De toegevoegde waarde van de HRM-functie kan omhoog in het midden- en kleinbedrijf.
Dat constateert het onderzoeksinstituut EIM op basis van een uitgebreide literatuurstudie.
In het onderzoek constateert EIM dat in het midden- en kleinbedrijf de rol van eigenaar en die van manager vaak in één persoon zijn verenigd. "Managers in het mkb hebben aan de ene kant meer ruimte om eigen keuzes te maken, maar beschikken aan de andere kant vaak over minder kennis, ervaring en financiële middelen".
Formele HRM-instrumenten minder gebruikt
Binnen het mkb zijn er grote verschillen in het HR-beleid. "Ondanks deze verschillen tussen individuele bedrijven in het mkb, geldt gemiddeld genomen dat kleine ondernemingen minder vaak gebruik maken van de formele HRM-instrumenten". Het gaat hierbij om "geformaliseerde wervingsactiviteiten, aandacht voor bedrijfsopleidingen en een geformaliseerd beoordelings- en beloningssysteem".
Juist deze instrumenten hebben bij grote bedrijven een "positief effect op de bedrijfsresultaten".
Positief voor bedrijfsprestaties
Betekent dit dat kleine en middelgrote bedrijven massaal functionerings-, beoordelingsgesprekken en andere HR-instrumenten moeten invoeren?
Zuinig constateren de onderzoekers dat het "aannemelijk lijkt dat ook voor kleine en middelgrote bedrijven het relevant kan zijn om tijd en geld te investeren in formele HRM-instrumenten".
Volgens hen heeft de invoering van deze HR-instrumenten een "positief effect op bedrijfsprestaties", maar is dit effect voor kleine bedrijven minder sterk dan voor grote bedrijven.
Omdat onduidelijk is waardoor dit verschil precies wordt veroorzaakt, pleit EIM voor meer onderzoek naar de rol van HR in het mkb.