Wie weleens een parketlegger doodvermoeid met een asgrauw gezicht uit het huis heeft zien komen waar hij net een nieuwe vloer heeft gelegd, weet wat een zwaar beroep is. Maar voor het kabinet is het niet zo simpel. Zoals bekend, heeft het kabinet in principe besloten de AOW-gerechtigde leeftijd te verhogen naar 67 jaar. Tot uiterlijk 1 oktober heeft de Sociaal Economische Raad (SER) nog de tijd om een alternatief te bedenken om de AOW betaalbaar te houden. Zware fysieke arbeid Vooruitlopend op een definitief besluit heeft minister Donner vrijdag alvast een notitie naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin somt hij nog eens alle argumenten op voor verhoging van de AOW-leeftijd en schetst hij mogelijke scenario's voor de invoering hiervan. Zo blijkt minister Donner bereid om - bij wijze van overgangsmaatregel - een uitzondering te maken voor ouderen die "te lang zware fysieke arbeid" hebben verricht. Volgens de minister mag van hen niet worden verwacht dat zij tot hun 67ste doorwerken. Voortijdig versleten Minister Donner wil eigenlijk van zware beroepen af. Voorkomen moet worden dat "werknemers zodanige zware arbeid verrichten dat zij voortijdig versleten raken. Ze eerder met pensioen sturen omdat zij versleten zijn, is geen bevredigende oplossing". Hij wijst erop dat door een verbetering van de arbeidsomstandigheden (bijvoorbeeld ook met hulpmiddelen) steeds minder mensen jaren achter elkaar zware arbeid verrichten. En als zware arbeid niet voorkomen kan worden, moeten werkgevers en werknemers er maar voor zorgen dat er een "goed loopbaanbeleid" komt "om medewerkers na een aantal jaren naar een andere, minder zware functie te begeleiden". Geen gratis ritje Omdat het nu nog niet zover is, lijkt Donner oudere werknemers tegemoet te komen. Maar van harte gaat het niet. Zo wil de minister niet aangeven wat een zwaar beroep is. Dat moeten sociale partners doen. En dat is in de ogen van Donner geen gratis ritje. Want de sociale partners moeten tegelijk aangeven hoe zij zelf de gevolgen van een zwaar beroep opvangen; bijvoorbeeld via een verbetering van de arbeidsomstandigheden, loopbaanbeleid of eventueel een specifiek aanvullend pensioen. Drempel Alsof deze drempel niet hoog genoeg is, werpt de minister nog allerlei gedetailleerde vragen op. Deze geven aan dat het maken van een uitzondering voor mensen in zware beroepen in ieder geval voor Donner zelf niet eenvoudig is. Blijft de vraag: welke werkgever heeft straks een kantoorbaan voor de versleten parketlegger? Lees ook: Langer doorwerken: leveren ouderen hun geld wel op? Loon naar leeftijd ter discussie
Wie weleens een parketlegger doodvermoeid met een asgrauw gezicht uit het huis heeft zien komen waar hij net een nieuwe vloer heeft gelegd, weet wat een zwaar beroep is.
Maar voor het kabinet is het niet zo simpel.
Zoals bekend, heeft het kabinet in principe besloten de AOW-gerechtigde leeftijd te verhogen naar 67 jaar. Tot uiterlijk 1 oktober heeft de Sociaal Economische Raad (SER) nog de tijd om een alternatief te bedenken om de AOW betaalbaar te houden.
Zware fysieke arbeid
Vooruitlopend op een definitief besluit heeft minister Donner vrijdag alvast een notitie naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarin somt hij nog eens alle argumenten op voor verhoging van de AOW-leeftijd en schetst hij mogelijke scenario's voor de invoering hiervan.
Zo blijkt minister Donner bereid om - bij wijze van overgangsmaatregel - een uitzondering te maken voor ouderen die "te lang zware fysieke arbeid" hebben verricht. Volgens de minister mag van hen niet worden verwacht dat zij tot hun 67ste doorwerken.
Voortijdig versleten
Minister Donner wil eigenlijk van zware beroepen af. Voorkomen moet worden dat "werknemers zodanige zware arbeid verrichten dat zij voortijdig versleten raken. Ze eerder met pensioen sturen omdat zij versleten zijn, is geen bevredigende oplossing".
Hij wijst erop dat door een verbetering van de arbeidsomstandigheden (bijvoorbeeld ook met hulpmiddelen) steeds minder mensen jaren achter elkaar zware arbeid verrichten.
En als zware arbeid niet voorkomen kan worden, moeten werkgevers en werknemers er maar voor zorgen dat er een "goed loopbaanbeleid" komt "om medewerkers na een aantal jaren naar een andere, minder zware functie te begeleiden".
Geen gratis ritje
Omdat het nu nog niet zover is, lijkt Donner oudere werknemers tegemoet te komen. Maar van harte gaat het niet. Zo wil de minister niet aangeven wat een zwaar beroep is. Dat moeten sociale partners doen.
En dat is in de ogen van Donner geen gratis ritje. Want de sociale partners moeten tegelijk aangeven hoe zij zelf de gevolgen van een zwaar beroep opvangen; bijvoorbeeld via een verbetering van de arbeidsomstandigheden, loopbaanbeleid of eventueel een specifiek aanvullend pensioen.
Drempel
Alsof deze drempel niet hoog genoeg is, werpt de minister nog allerlei gedetailleerde vragen op. Deze geven aan dat het maken van een uitzondering voor mensen in zware beroepen in ieder geval voor Donner zelf niet eenvoudig is.
Blijft de vraag: welke werkgever heeft straks een kantoorbaan voor de versleten parketlegger?
Lees ook:
Langer doorwerken: leveren ouderen hun geld wel op?
Loon naar leeftijd ter discussie