De kiezer vindt bij de komende verkiezingen op 12 september extra koopkracht wel belangrijk, maar extra werkgelegenheid is nog meer gewenst. De arbeidsmarkt is ook een belangrijker thema dan de woningmarkt.

Dat blijkt uit de ING Vraag van Vandaag, die door 53.600 respondenten is beantwoord. De komende verkiezingen gaan voor ruim tweederde (69%) van de respondenten over de economie. De eigen portemonnee speelt voor 72% een rol bij het stemmen. Toch spelen de koopkrachtcijfers slechts voor vier op de tien van de kiezers een grote (14%) of minder grote (26%) rol bij de partijkeuze tijdens de verkiezingen.

Liever werk dan meer koopkracht
Volgens de ondervraagden kan het nieuwe kabinet zich beter richten op meer banen dan op meer koopkracht. De meerderheid (53%) vindt werk het belangrijkst, 43% koopkracht. Die twee kunnen in elkaars verlengde liggen. Zo gaan uitkeringsgerechtigden die een baan vinden er vaak flink in koopkracht op vooruit.

Extra koopkracht en werkgelegenheid kunnen elkaar ook in de weg zitten. Zo heeft loonmatiging in het verleden wel positief uitgepakt voor de werkgelegenheid, maar leidt dat vaak wel tot koopkrachtdaling, waarschuwt de ING.

Werken belangrijker dan wonen
Als verkiezingsthema wint ‘werk’ ook van ‘wonen’. Ruim de helft (53%) van de ondervraagden noemt de arbeidsmarkt een belangrijker thema dan de woningmarkt, voor drie op de tien (29%) is het andersom.

Opvallend vindt de ING dat, omdat iedereen wel een huis huurt of heeft gekocht. Kiezers maken kennelijk een inschatting of ze geraakt denken te worden door eventuele maatregelen. Of ze redeneren dat bestaande gevallen wel buiten schot zullen blijven.