Van de Nederlandse werknemers, ziet een kwart het nut niet in van beoordelings- en functioneringsgesprekken. Maar organisaties maken nog volop gebruik van deze personeelsinstrumenten, terwijl medewerkers zelf de regie willen voeren over hun ontwikkeling.
Dit blijkt uit het jaarlijkse benchmarkonderzoek van Raet, specialist in HR-cloudoplossingen en services, onder 1.146 Nederlandse werknemers. De uitkomsten gelden voor zowel jongere als oudere medewerkers, er is vrijwel geen onderscheid in verschillende generaties.
Beoordelingsgesprekken voegen niks meer toe aan de ontwikkeling van personeel, stelt ruim een kwart (27%) van de Nederlandse werknemers. Ook functioneringsgesprekken hebben hun beste tijd wel gehad, 24 procent van de Nederlanders loopt hier niet warm voor.
Werkgevers gebruiken gesprekken nog wel
Volgens medewerkers is het functioneringsgesprek nog altijd het meest aangeboden (61%) ontwikkelinstrument, gevolgd door opleidingen en trainingen (60%) en beoordelingsgesprekken (58%). De minst aangeboden hulpmiddelen zijn 360-graden feedback (12%), assessments (8%) en persoonlijkheidstesten (7%).
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat een deel van de organisaties helemaal géén ontwikkelinstrumenten aanbiedt. Meer dan een tiende (12%) van de Nederlandse werknemers geeft aan dat hun werkgever dergelijke hulpmiddelen niet aanreikt
Geen standaardlijstjes meer afvinken
Volgens Henk Jan van Commenee, productmanager talentmanagement bij Raet, worden bij de ontwikkeling van medewerkers “standaardlijstjes afgevinkt”. Commenee vindt beoordelings- en functioneringsgesprekken hier een goed voorbeeld van omdat alle betrokkenen de gesprekken als een ‘moetje’ ervaren.
Maar de medewerker wil graag zelf de regie over zijn ontwikkeling, aldus Commenee: “Het is daarom belangrijk om de koppeling te maken tussen de ontwikkelbehoeften van de medewerker en de snel veranderende eisen van de organisatie, want de verschillen hiertussen zijn vaak enorm. Geef medewerkers de kans om te dromen en faciliteer ze bij het uitvoeren hiervan, zonder top-down de organisatiewensen op te leggen.”