De gemiddelde loonafspraak in nieuwe cao’s bedroeg in januari 2025 maar liefst 4,7 procent. Dit betekent dat de loonafspraken al 29 maanden op rij boven de 4 procent blijven. Ondanks eerdere voorspellingen van een daling, lijkt deze nog niet ingezet. Arbeidsvoorwaardenadviseur Roel Fransen wil dat loonstijgingen niet meer als enige oplossing worden gezien en pleit voor een bredere blik.
De nieuwste cijfers van werkgeversvereniging AWVN gelden voor zo’n 40.000 werknemers, waarvoor in januari een nieuwe cao is afgesloten.
AWVN plaatst wel een kanttekening bij het hoge maandgemiddelde: er werden slechts 12 nieuwe cao-akkoorden gesloten, terwijl dat er in een doorsnee januari-maand gemiddeld 27 zijn. Hierdoor kunnen incidentele uitschieters een groter effect hebben dan normaal. Toch blijft de trend zorgelijk, vooral omdat de loonstijgingen inmiddels ruim boven de inflatie liggen. Het koopkrachtverlies van de afgelopen jaren is daarmee voor vrijwel alle werknemers gecompenseerd, maar de vraag rijst of de economie en de concurrentiekracht van Nederlandse bedrijven deze trend kunnen dragen.
Werkgevers waarschuwen voor gevolgen
Volgens AWVN vormen de aanhoudend hoge loonafspraken een risico voor de economie. De stijgende loonkosten kunnen bedrijven in de problemen brengen en de concurrentiepositie van Nederland verzwakken. De organisatie dringt er daarom op aan om arbeidsproductiviteit te verhogen en dit een centraal thema te maken in cao-onderhandelingen.
Een belangrijke oorzaak van de hoge loonstijgingen is volgens AWVN de harde onderhandelingspositie van vakbonden. Het lage aantal nieuwe cao’s wijst erop dat partijen moeilijk tot overeenstemming komen. Werkgevers kiezen hierdoor vaker voor snelle, kortetermijnoplossingen. Dit gaat echter ten koste van de broodnodige aandacht voor structurele maatregelen die de arbeidsmarkt op lange termijn versterken. AWVN roept vakbonden daarom op tot een constructiever overleg, waarbij niet alleen naar loonruimte wordt gekeken, maar ook naar oplossingen rondom krapte en productiviteit.
Cao-onderhandelingen moeten duurzamer
De krapte op de arbeidsmarkt blijft toenemen, met name in sectoren als de bouw en horeca. Dit onderstreept de noodzaak om cao-onderhandelingen breder te voeren dan enkel over loonstijgingen. Volgens Roel Fransen, expert bij Wissenraet Van Spaendonck, moeten werkgevers- en werknemersorganisaties gezamenlijk inzetten op een duurzaam totaalpakket, met aandacht voor scholing, werkdruk, flexibiliteit en secundaire arbeidsvoorwaarden.
Een data-gedreven benadering speelt hierin een cruciale rol. Door benchmarking van arbeidsvoorwaarden en inzicht in wat werknemers echt belangrijk vinden, kunnen cao-partijen beter onderbouwde en toekomstbestendige afspraken maken. Dit voorkomt dat loonstijgingen als enige oplossing worden gezien en biedt werkgevers handvatten om aantrekkelijker te blijven op de arbeidsmarkt. Bovendien helpt een objectieve vergelijking met andere sectoren en bedrijven om gericht te investeren in maatregelen die daadwerkelijk bijdragen aan werktevredenheid en personeelsbehoud.
Langetermijnproblemen oplossen
Fransen benadrukt dat alleen door verder te kijken dan loon cao-partijen de arbeidsmarktkrapte structureel kunnen aanpakken en bedrijven hun concurrentiepositie kunnen versterken. Zonder deze bredere aanpak lopen werkgevers het risico op korte termijn wel personeel te behouden, maar op lange termijn structurele problemen niet op te lossen.