Werknemers zullen blij zijn met hun eerste loonstrookje in 2014, want de meeste Nederlanders, ook gepensioneerden, gaan er dit jaar netto op vooruit. Er zijn wel verschillen, die vooral afhankelijk zijn van de hoogte van de pensioenpremies.
Dit blijkt uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP, die maandelijks de salarisstrook van 1,4 miljoen Nederlandse werknemers verzorgt.
Lagere en middeninkomens omhoog
ADP berekent dat de loonstijging het grootst is bij lonen tot € 1.750 per maand. Zo gaan de minimumlonen er maandelijks € 55 netto op vooruit. Werknemers met lagere lonen betalen minder belasting en hebben een hogere heffingskorting.
Voor de laagste inkomens wordt het belastingtarief in de eerste schijf verlaagd van 37% naar 36,25%. De maximale arbeidskorting gaat daarnaast omhoog met € 374 naar € 2.097. Tenslotte profiteren lagere inkomens van een hogere algemene heffingskorting. Deze stijgt met € 102 naar € 2.103.
Door een verdere terugval van de arbeidskorting en doordat de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk wordt, leveren hogere inkomens juist in: tot maximaal € 52 per maand bij een inkomen van € 6.500. Gepensioneerden gaan er dit jaar netto iets op vooruit dankzij een lagere premie voor de ZVW (zorgverzekeringswet) en een lager belastingtarief in de eerste schijf.
Pensioenpremie werkt door in netto inkomen
Hoewel veel lonen over het algemeen stijgen, zijn er tussen het algemene beeld en de sectoren Metaal & Techniek, Zorg & Welzijn, Bouw en Overheid grote verschillen te zien. Deze verschillen komen vooral door stijgingen en dalingen in pensioenpremies voor de desbetreffende sectoren.
Hoge inkomens gaan er bij Metaal & Techniek op vooruit, terwijl deze inkomensgroep er in het algemene beeld en bij Zorg & Welzijn juist op achteruit gaat. Inkomens vanaf € 6.500 in de sector Zorg & Welzijn leveren dit jaar flink in. Deze werknemers gaan er netto € 52 per maand op achteruit. Werknemers met een inkomen van € 6.000 in de Metaal & Techniek gaan er € 80 netto per maand juist aanmerkelijk op vooruit. Zij gaan beduidend minder pensioenpremie betalen.
Gepensioneerden: lichte stijging netto inkomen
Gepensioneerden gaan er netto licht op vooruit. Dit komt door een lager belastingtarief in de eerste schijf en een lagere premie voor de ZVW die gepensioneerden zelf moeten betalen.
Bij de berekeningen van de uitkering voor gepensioneerden is uitgegaan van uitkeringsgerechtigden die de AOW gerechtigde leeftijd hebben bereikt en geboren zijn voor 1945 en de loonheffingskorting bij de AOW te gelde maken. Het betreffen dus aanvullende bedrijfs(tak)pensioenen of een aanvullende lijfrente uitkering.
Terugval arbeidskorting vanaf 40 mille
De arbeidskorting en de algemene heffingskorting zijn sterker inkomensafhankelijk gemaakt, waardoor de cijfers op de loonstrook niet altijd alles meer zeggen.
Door het sterker inkomensafhankelijk maken van de heffingskortingen kan het zo zijn dat werknemers in 2014 over 2013 tot maximaal € 1.173 aan ontvangen arbeidskorting terug moeten betalen. Het verschil over 2014 kan zelfs oplopen tot maximaal € 1.730. Werknemers met een salaris in 2013 vanaf € 40.248 krijgen te maken met de terugval in de arbeidskorting. Bij werknemers met een jaarinkomen hoger dan € 65.000 per jaar loopt dit op tot het maximale bedrag van € 1.173.