Teken dat economie aantrekt.

In 2005 werkten in Nederland ruim een half miljoen mensen met een flexibel dienstverband, meestal jongere werknemers zoals oproep- en uitzendkrachten. De vraag naar werknemers met een flexibel dienstverband groeide met 40 duizend ten opzichte van 2004. Een teken dat de economie aantrekt, aldus het CBS.

Van de ruim 6 miljoen werknemers die in 2005 12 uur of meer per week werkten, hadden er 513 duizend een flexibel dienstverband. Dat is één op de twaalf werknemers. Vanaf 2004 is er weer sprake van een stijging in het aantal flexwerkers. Als de economie aantrekt zetten werkgevers vaak flexwerkers in. Pas als de groei doorzet, nemen zij meer vast personeel in dienst.

Flexwerkers zijn gemiddeld negen jaar jonger dan werknemers met een vast dienstverband. Van de oproep- en invalkrachten is de helft jonger dan 25 jaar. Vaak gaan ze nog naar school, of ze studeren nog. Bij uitzendkrachten was dat veel minder het geval.

Van de flexwerkers was 49 procent vrouw, tegenover 44 procent onder werknemers met een vast dienstverband. Van de inval- en oproepkrachten was zelfs 65 procent een vrouw. Zij werkten overwegend in de horeca en de zorg. Uitzendkrachten waren vaker man en werkten vooral in de industrie, vervoer en zakelijke dienstverlening.