Om uit de crisis te komen, gebruikt Nederland een beproefd recept: bezuinigen en de lonen matigen. Maar economen vinden dat Nederland met de loonmatiging overdrijft, omdat loonkosten nu veel minder belangrijk zijn dan vroeger. Dus: schroef de lonen omhoog in sectoren die het alweer prima doen, vindt ook de vakbond, en red de economie.
De Nederlandse economie loopt schade op doordat we de lonen onnodig blijven afknijpen, blijkt uit een rapport van de Europese Commissie. ‘Loonmatiging te sterk’ kopt het Financieele Dagblad (FD) dan ook in het weekend van 9 november 2013. De FD-redactie van de invloedrijke zakenkant heeft commentaar gevraagd aan de hoogleraren economie Lex Hoogduin en Bas Jacobs en constateert daarop dat Nederland overdrijft met loonmatiging.
Volgens het FD voert werkgeversorganisatie VNO-NCW nu al jaren een succesvolle lobby in Den Haag om de lonen te matigen. Maar de hoofdredactie stelt in het commentaar de dat werkgeversorganisatie eindelijk eens ‘uit die kramp moet schieten’. Er moet zeker geen loongolf komen, maar het lijkt er nu op dat loonmatiging voor werkgevers ‘een doel op zich is geworden’.
Loonkosten zijn helemaal niet zo belangrijk meer
In de jaren tachtig moesten we de loonkosten wel matigen, leggen de economen uit in de krant, omdat menskracht toen een veel belangrijker aandeel had in de economie. Inmiddels produceren we in ons land met minder mensen, veel efficiënter. Ook maken we nu producten en diensten waarmee we op kwaliteit concurreren met het buitenland, niet meer op prijs. Daardoor is het ‘loonaandeel’ in de economie veel minder belangrijk geworden dan toen.
Het verlagen van de lonen heeft nu dan ook veel minder effect op de verkoopbaarheid van producten en diensten, terwijl het wel de binnenlandse vraag in een steeds dieper dal duwt.
Bedrijven die exporteren, doen het weer goed en maken forse winsten. Maar bedrijven die het van de binnenlandse vraag moeten hebben, maken barre tijden door. Want consumenten zien hun kosten stijgen, terwijl de lonen achterblijven. En dat is funest voor de vraag en de werkgelegenheid, want door tegenvallende vraag verdwijnen ook weer banen.
Jaarlijks kunnen lonen minimaal 3,5 procent omhoog
Wanneer we de binnenlandse vraag gelijk tred willen laten houden met de in de eurozone gewenste inflatie (1,75%) en productiviteitsgroei (jaarlijks + 1,5%) zouden de lonen jaarlijks gemiddeld met 3,5% kunnen stijgen. Dat zou de vraag kunnen aanjagen, waardoor de economie niet meer alleen van de export afhankelijk is voor de broodnodige groei.
De inflatie is in 2013 in Nederland overigens 1 procentpunt hoger (2,75%) dan de gewenste inflatie. Maar het Centraal Planbureau (CPB) raamt voor 2014 een lagere inflatie van 2%. Ook is de gemiddelde loonstijging in nieuwe cao’s al iets toegenomen (van 1,4% in september naar 1,6% in oktober). Daardoor komt de gemiddelde loonstijging al iets dichter in de buurt van de inflatie, meldt arbeidsvoorwaardenadviseur AWVN.
Volgens AWVN is de koopkrachtstijging het sterkst in sectoren die het meest exportgericht zijn. De gemiddelde afgesproken loonstijging is daar 1,7 procent, maar in de (exportgerichte) industrie zijn loonstijgingen van 2 procent en meer voor het komende jaar geen uitzondering. Werknemers die het moeten doen met lagere loonstijgingen of zelfs een nullijn zijn vooral werkzaam bij de overheid of aan de overheid gerelateerde sectoren en in de zakelijke dienstverlening.
Eenmalige uitkering of structurele loonsverhoging?
AWVN roept werkgevers al sinds eind 2012 op om in nieuwe cao-afspraken de balans te vinden tussen loonkostenontwikkeling enerzijds en koopkrachtontwikkeling anderzijds. Zo kunnen werkgevers afspraken maken die de loonkosten zo min mogelijk structureel verhogen en die tegelijkertijd de koopkrachtdaling zoveel mogelijk beperken. Een voorbeeld van dergelijk creatief loonbeleid is de eenmalige uitkering, stelt AWVN.
Maar aan de onderhandelingstafel voor de cao’s komen werkgevers de vakbonden tegen. En daar vraagt de FNV aan werkgevers en kabinet vandaag om ‘meer koopkracht en echte banen’. De FNV is een campagne gestart in aanloop naar een grote demonstratie op 30 november 2013 tegen de bezuinigingen van het kabinet.
FNV eist meer koopkracht
De vakbond is het ‘totaal oneens met de miljardenbezuinigingen die het kabinet over Nederland uitrolt’. Volgens de vakbond is het ‘tijd om weer te investeren in mensen en in de economie. Zo krijgen mensen meer koopkracht en durven ze weer geld uit te geven’. Dan kunnen werknemers in zorg en onderwijs volgens de FNV ook hun baan houden, en blijven goede publieke voorzieningen in stand. Verder wil de FNV ook dat er geen inperking komt om fiscaal gunstig pensioen te sparen.
De FNV eist loonsverhogingen tot maximaal 3% en ‘echte banen’ met voldoende zekerheid, waardering en een stabiel inkomen voor iedereen. En daarmee zit de bond altijd nog onder de 3,5% die economen als passende loonontwikkeling hebben berekend.