Van de Nederlandse werknemers werkt driekwart liever hun hele leven voor één werkgever dan dat ze elk jaar wisselen van baan. Daarnaast vinden ze secundaire arbeidsvoorwaarden belangrijker dan een hoog salaris en krijgen ze liever vrijheid in hun werk dan complimenten over hun prestaties.
Een meerderheid werkt ook liever in zijn comfort zone dan dat hij constant wordt uitgedaagd. Dat concludeert BDO Accountants & Adviseurs op basis van onderzoek onder 1.400 medewerkers van mkb-organisaties en familiebedrijven. BDO legde hen vijftien dilemma’s voor op het gebied van arbeidsvoorwaarden, ontwikkelingsmogelijkheden, de rol van de leidinggevende en de werkcultuur.
Verschillen tussen mkb en familiebedrijven
Opvallend is het verschil tussen medewerkers van familiebedrijven en medewerkers van andere mkb-organisaties. Van die laatste groep heeft een veel groter deel (73%) behoefte aan veel vrijheid in de uitoefening van zijn functie dan onder werknemers van familiebedrijven (67%). Werknemers van familiebedrijven zijn bovendien trouwer aan hun werkgever dan medewerkers van mkb-organisaties: 78% van hen blijft liever zijn hele leven bij één werkgever; binnen het mkb is dat 71%.
Ook tussen hoog en laag opgeleide werknemers zijn er verschillende aspecten die hen motiveren in hun werk. Lager opgeleiden hechten bijvoorbeeld meer dan hoger opgeleiden aan zekerheid op de lange termijn, zoals pensioen (57% vs. 39%). Hoger opgeleiden kiezen eerder voor een prestatiebeloning (48% vs. 36%), wisselen vaker van werkgever (31% vs. 14%) en geven vaker de voorkeur aan een hoog salaris nu (62% vs. 43%).
Verschillen tussen generaties
Goede, inspirerende leiding is voor medewerkers van alle leeftijden en typen organisaties van groot belang. Meer dan twee derde van de medewerkers (71%) levert liever al zijn ontwikkelingsmogelijkheden in dan dat hij een demotiverende leidinggevende heeft.
Toch zijn ontwikkelingsmogelijkheden wel degelijk belangrijk voor medewerkers: bijna twee derde (65%) van de medewerkers verkiest een redelijk inkomen boven een hoog salaris als daar meer ontwikkelingsmogelijkheden tegenover staan. Vooral babyboomers – de oudste generatie – is deze mening toebedeeld. De jongste generatie, Generatie Y, hecht meer waarde aan betekenisvol werk en levert daar graag salaris voor in.
Arbeidsvoorwaarden voor verkeerde leeftijdsgroep
Werkgevers die meer met hun secundaire voorwaarden willen doen, kunnen zich onder meer tot de werkkostenregeling (WKR) wenden. Die biedt sinds 2015 de ruimte om werknemers tot 1,2% van de totale loonsom onbelast aan extra’s te bieden, zoals een fiets van de zaak of bedrijfsfitness. Dat vergt wel aandacht, stelt Jochem Poelman, Senior Manager Organisatieadvies HR bij BDO.
“De WKR vereist dat je als werkgever weet waar op de werkvloer behoefte aan is. Praten met je medewerkers kan je wat dat betreft veel leren. Extra’s voor werknemers zijn nu nog te vaak aan de verkeerde leeftijdsgroep gericht”, stelt Poelman.
Ontwikkelingsmogelijkheid ook voor ouderen
Daarnaast is het wettelijk niet zonder meer mogelijk om flexibele arbeidsvoorwaarden aan te bieden. “Als een medewerker bijvoorbeeld liever een opleidingsbudget wil dan een overwerktoeslag, en dit laatste is geregeld bij CAO, dan is dit wettelijk niet mogelijk en is de eventuele nieuwe afspraak ongeldig. Hetzelfde geldt voor vakantiedagen: die zijn vaak bij CAO geregeld en dus niet eenvoudig in te wisselen.”
Onterecht stellen leidinggevenden ontwikkelingsmogelijkheden nu nog vaak af op medewerkers tussen de twintig en de veertig jaar oud, zo constateert Poelman. Bovendien denken ze vaak alleen aan opleidingen en cursussen. “Er zijn veel meer middelen om medewerkers te laten groeien. Denk aan job rotation, arbeidscoaching, snuffelstages of zogenaamde stretch assignments. Belangrijk is dat je medewerkers uitdaagt en net iets meer van ze vraagt dan ze gewend zijn.”
Afbeeldingen
Hieronder de volledige lijst met dilemma’s en bijbehorende voorkeur van werknemers:
1. |
Hoog salaris en beperkte secundaire arbeidsvoorwaarden |
29% |
71% |
Ruim pakket aan secundaire arbeidsvoorwaarden en een gemiddeld salaris |
2. |
Een vaste gemiddelde beloning |
56% |
44% |
Beloning op basis van prestaties die mogelijk hoger uitvalt |
3. |
Werk dat er niet toe doet met een hoog salaris |
23% |
77% |
Betekenisvol werk met een redelijk salaris |
4. |
Later een goed pensioen |
43% |
57% |
Nu een hoger salaris |
5. |
Een hoog salaris met beperkte ontwikkelmogelijkheden |
35% |
65% |
Veel ontwikkelingsmogelijkheden met een redelijk salaris |
6. |
Eén keer per jaar een beoordelingsgesprek dat weinig duidelijkheid geeft |
28% |
72% |
Een werkgever die je bij elke handeling direct van feedback voorziet |
7. |
Constant uitdagingen, maar nooit echt je kwaliteiten kunnen inzetten |
40% |
60% |
Werken in je comfort zone en doen waarin je goed bent, maar nooit een uitdaging |
8. |
Een hoger salaris zonder promotiemogelijkheden |
76% |
24% |
Promotie zonder salarisverhoging |
9. |
Een demotiverende leidinggevende |
29% |
71% |
Geen ontwikkelingsmogelijkheden in je werk |
10. |
Je hele werkzame leven bij één werkgever |
75% |
25% |
Ieder jaar een nieuwe werkgever |
11. |
Een eigen bureau met vaste werktijden |
45% |
55% |
Flexibel werken zonder vaste tijden en kantoor |
12. |
Werken met collega's van verschillende generaties |
84% |
16% |
Werken met collega's van dezelfde generatie |
13. |
Een werkgever die je ruimte biedt om zelf je werkzaamheden in te richten |
85% |
15% |
Een leidinggevende die je iedere dag een compliment geeft |
14. |
Veel ruimte om iedere behoefte apart in te vullen |
69% |
31% |
Veel bedrijfsregels die duidelijkheid bieden |
15. |
Op latere leeftijd minder baanzekerheid maar een hoog salaris |
39% |
61% |
Op latere leeftijd baanzekerheid maar een lager salaris |