Alles bij elkaar opgeteld, zijn werkgevers in ons land gemiddeld 33,10 euro per uur kwijt aan arbeidskosten. Wel zijn er grote verschillen tussen sectoren, met wisselende oorzaken. Zo zijn de arbeidskosten het hoogst in de delfstoffenwinning door hoge salarissen en gaat een groot deel van de arbeidskosten in het onderwijs op aan loon tijdens verlof en ziekte.
Dat blijkt uit cijfers uit het CBS. Arbeidskosten zijn alle kosten die gemoeid zijn bij het in dienst hebben van personeel, zoals: lonen, sociale premies, overwerk- en ontslagvergoedingen, vakantiegeld, doorbetaling bij ziekte en vakantie, en opleidingskosten.
Veel arbeidskosten in delfstoffenwinning, weinig in horeca
De arbeidskosten zijn het hoogst in delfstoffenwinning, met gemiddeld 58,20 euro per gewerkt uur. Dit komt voornamelijk door relatief hoge lonen. De gemiddelde werknemer heeft een bruto uurloon van 36,40 euro, dat is 70 procent hoger dan het gemiddelde uurloon in alle sectoren (21,20 euro). Bijzondere beloningen vormen daar zelfs 17 procent van de arbeidskosten, landelijk is dat maar 10 procent.
Arbeidskosten naar bedrijfstak
In de horeca zijn de arbeidskosten het laagst, te weten gemiddeld 18 euro per gewerkt uur. Dat komt door de lage lonen door het grote aandeel jongeren tot 21 jaar dat er werkt. Deze jongeren hebben vaak een tijdelijke baan of een bijbaan, veelal tegen een minimumloon. Werkgevers betalen voor hen geen pensioenpremies. Gemiddeld betalen werkgevers in de horeca 4 procent van de arbeidskosten aan pensioenpremies, terwijl dit landelijk wel 8 procent is.
Hoge kosten voor verlof en ziekte in onderwijs en gezondheidszorg
In het onderwijs, gaat een relatief groot deel van de arbeidskosten naar loon tijdens verlof en ziekte. Onderwijzend personeel krijgt bijvoorbeeld extra vakantieuren omdat hun vakanties vaak verbonden zijn aan schoolvakanties. In het openbaar bestuur werken weer relatief veel ouderen die recht hebben op meer verlofdagen. In het onderwijs en de gezondheids- en welzijnszorg is het ziekteverzuim hoog. Om deze reden is daar ook het aandeel loon bij ziekte in de totale arbeidskosten hoog.
In de private sector betalen werkgevers minder tijdens verlof en ziekte, maar zij betalen meer aan bijzondere beloningen. In de financiële dienstverlening wordt een relatief hoog aandeel van de arbeidskosten aan sociale premies betaald door hoge stortingen in pensioenfondsen. In deze sector is maar liefst 14,3 procent van de arbeidskosten voor pensioenpremies.
Loon ruim 76 procent van de arbeidskosten
Arbeidskosten bestaan voor het grootste deel (56 procent) uit kaal loon. Loon voor niet gewerkte tijd, dit is uitbetaald loon tijdens verlof, feestdagen en kort verzuim, vormt 8,5 procent van de arbeidskosten. Loon in natura draagt voor 1,7 procent bij. Loon in natura is bijvoorbeeld het privégebruik van de auto van de zaak, maaltijdverstrekkingen of kortingen op producten van werkgevers.
Bijzondere beloningen zoals vakantiegeld, eindejaarsuitkeringen, gratificaties en winstuitkeringen vormen10,2 procent van de arbeidskosten. Al deze looncomponenten zijn goed voor ruim 76 procent van het totale bedrag dat werkgevers betalen voor het in dienst hebben van personeel. Het overige deel van de arbeidskosten bestaat uit, onder andere, werkloosheids-, arbeidsongeschiktheids- en pensioenpremies, kosten voor beroepsopleidingen, ontslagvergoedingen en doorbetaald loon bij ziekte.