Nu de arbeidsmarkt zo krap is, moeten werkgevers hun personeelsbeleid richten op het behoud van medewerkers en het voorkómen van uitval. Ook kunnen zij kansen geven aan mensen die nu nog geen baan hebben. Goede betaling en arbeidsvoorwaarden zijn belangrijk, maar ook het verlagen van de werkdruk, het aanbieden van scholing en trainingen, het bieden van kansen voor mensen met een arbeidsbeperking en het mogelijk maken van thuiswerken.
Dit concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in de derde editie van ‘Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers’ een langlopend onderzoek onder werkgevers die vandaag verschijnt.
Personeelsgebrek en werkstress knelpunten personeelsbeleid
Uit het werkgeversonderzoek blijkt dat het vinden van geschikt personeel en het beheersen van werkstress de belangrijkste knelpunten in het personeelsbeleid zijn. De helft van de werkgevers geeft in 2020 aan problemen te hebben met het werven van nieuwe medewerkers. Een kwart zegt grote problemen te hebben met het vullen van vacatures en een kwart zegt matige problemen hiermee te ondervinden.
Met werkdruk kampt ongeveer vier op de tien organisaties. Bijna de helft van de werkgevers geeft aan dat de meeste werkgerelateerde klachten psychisch van aard zijn: overspannenheid of een burn-out. Om werkstress tegen te gaan, geeft meer dan 80 procent van de werkgevers aan dat zij het werkproces aanpassen. Bijna driekwart zet in op het leren omgaan met stress. Werkgevers binnen de overheid en in het onderwijs kampen met relatief veel overspannen medewerkers. Zij leggen de aanpak daarvan vaker bij de werknemer neer door hen te leren omgaan met stress, maar passen niet vaker dan werkgevers in andere sectoren het werkproces aan.
Geef mensen langs de kant echt een kans
Ondanks de personeelstekorten, kijken werkgevers nauwelijks naar groepen op de arbeidsmarkt die nu geen werk kunnen vinden. Werkgevers vinden dat ze een verantwoordelijkheid hebben omdat wél te doen, maar concreet MVO-beleid (voor maatschappelijk verantwoord ondernemen) hiervoor ontbreekt toch vaak. Kortom, de wil is er wel, maar de weg ernaartoe wordt nog niet bewandeld.
Zo voelen de meeste werkgevers zich verantwoordelijk om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen, terwijl maar één op de zes werkgevers iemand met een arbeidsbeperking in dienst heeft. Hier is geen verschil met de jaren daarvoor. Het kan zijn dat hierdoor arbeidspotentieel onbenut blijft. De meeste werkgevers geven als reden aan dat er geen geschikte functies voor mensen met een beperking zijn. Daarnaast komt naar voren dat veel werkgevers niet bekend zijn met de overheidsregelingen voor tegemoetkoming bij het aannemen van iemand met een arbeidsbeperking.
Meeste werkgevers doen iets voor milieu en klimaat
Vier op de vijf werkgevers doen in 2020 aan een vorm van milieu- en klimaatverantwoord ondernemen. Zij zetten bijvoorbeeld in op energiebesparende maatregelen, kopen kantoormaterialen die beter zijn voor milieu en klimaat en bieden diensten en producten aan die het milieu en klimaat minder belasten. De meeste werkgevers geven aan dat zij dit wel doen uit een gevoel van maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Werkgevers die niet milieu- en klimaatverantwoord ondernemen, geven diverse redenen hiervoor aan. Hun producten of diensten zouden niet belastend zijn voor het milieu of klimaat. Het is in hun sector niet gebruikelijk om milieu- en klimaatverantwoord te ondernemen of ze vinden het zelf niet belangrijk. En een aantal weet niet hoe zij dit zouden moeten aanpakken.