Overheidspersoneel: grijs èn honkvast

Het overheidspersoneel wordt grijzer en grijzer. En er komt voorlopig géén einde aan de stijging van de gemiddelde leeftijd van het overheidspersoneel. Dat blijkt uit de nieuwe cijfers die het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft gepubliceerd over het personeel van de overheid.

Het overheidspersoneel wordt grijzer en grijzer. En er komt voorlopig géén einde aan de stijging van de gemiddelde leeftijd van het overheidspersoneel.
Dat blijkt uit de nieuwe cijfers die het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft gepubliceerd over het personeel van de overheid.

Als we alles meetellen, bestaat de publieke sector uit zo'n 775.000 fulltime banen. In een periode van tien jaar is het aantal banen met 27.000 gedaald.
Van die 775.000 fulltime banen in 2014 zijn er 503.000 in het onderwijs, 123.000 bij politie en defensie en 289.000 in het openbaar bestuur (rijk, provincies, gemeenten, rechterlijke macht en waterschappen). In vergelijking met 2004 zijn alle overheidssectoren gekrompen met uitzondering van het onderwijs.

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief


Vergrijzing
Over de hele linie is de gemiddelde leeftijd van het personeel in de publieke sector gestegen. In tien jaar tijd is bij het openbaar bestuur het aantal 55-plussers gestegen van 15% naar 30%. De provincies blijken het meest vergrijsd: 34% is ouder dan 55 jaar.
Naast vergrijzing heeft de overheid ook te maken met ontgroening. In 2004 was 21% van het personeel bij het openbaar bestuur jonger dan 35 jaar. In 2014 was dit gedaald tot 12% (bij de provincies 9%).

Het einde van deze ontwikkeling blijkt nog lang niet in zicht. Door de verhoging van de AOW-leeftijd werken ook overheidsmedewerkers langer door. En als gevolg van de bezuinigingen is de instroom laag. In tien jaar tijd is bij het openbaar bestuur de instroom gedaald van 5 naar 3%.

Weinig mobiliteit
De externe arbeidsmobiliteit is laag. Het ministerie van Binnenlandse Zaken spreekt zelfs van "te laag". Al bij medewerkers vanaf 35 jaar neemt het zoeken naar een andere baan af. En als medewerkers al mobiel willen worden, blijven ze het liefst bij de overheid.
Zo wil bijna 25% van de ambtenaren bij het openbaar bestuur wel een andere baan, maar slechts 6,5% zoekt daarvoor ook buiten de overheid.

Dat er door bezuinigingen en door de honkvastheid van de ambtenaren bijna géén vers bloed binnenkomt, mag inderdaad een "uitdaging" heten, zoals Lucas Lombaers, het noemt in het rapport "Werken in de publieke sector 2015". Hij is directeur Arbeidszaken Publieke Sector van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Mee veranderen
Dat er wat moet gebeuren, is wel duidelijk. "De maatschappelijke en politieke omgeving verandert in hoog tempo. De overheid en de mensen die bij de overheid werken moeten daarin mee veranderen. Daarbij helpt het als mensen sneller overstappen van de ene organisatie naar de andere. Het helpt evenzeer als jongeren weer meer kansen bij de overheid krijgen", aldus Lombaers.

Maar hoe de werkgever het honkvaste personeel mobieler wil maken en jongeren wil binnenhalen, vertelt hij er helaas niet bij.

Meer cijfers over het overheidspersoneel is te vinden in de kennisbank van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 465 exclusieve vakartikelen en 302 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?