P&O-er heeft veel meer met P, dan met O
30% wordt niet betrokken bij organisatievraagstukken.
De O-kant van de P&O-er komt niet altijd even goed uit de verf. Want uit onderzoek van organisatieadviesbureau
Berenschot blijkt dat 30 procent van de HR-adviseurs vindt dat organisatiekundige vraagstukken onvoldoende aan hen voor worden gelegd.
Van een adviseur verwacht het management een zeker kennisniveau. Maar de O-kant blijkt lang niet ieders sterke punt. Zo vindt drie van de tien P&O-adviseurs zichzelf onvoldoende toegerust om goed over organisatievraagstukken te adviseren.
Bijdrage aan O-vraagstukken
Bij herstructurering, het afstoten van bedrijfsonderdelen, outsourcing, of het inrichten van
shared services schakelt de organisatie uiteenlopende specialisten in. Naast strategische en operationele afwegingen, spelen de financiën en het menselijk kapitaal een cruciale rol.
De bijdrage van P&O aan het vinden van een passende oplossing voor deze organisatievraagstukken, mag volgens Berenschot niet ontbreken. Vooral omdat dergelijke O-vraagstukken niet los kunnen worden gezien van personele vraagstukken.
Meer profilering en werkervaring
Volgens Berenschot profileren HR-adviseurs zich te weinig als organisatiekundige experts. Anderzijds is het management vaak onvoldoende bekend met de toegevoegde waarde van P&O als het gaat om organisatiekundige vragen.
In de P&O-opleidingen gaat meer aandacht uit naar de personeelskant van het vak, ten koste van de organisatiekant. Daarnaast ontbreekt bij P&O-adviseurs nogal eens de concrete werkervaring met vragen over de 'O'-kant.
O biedt toegevoegde waarde
Berenschot vindt het adviseren over organisatievraagstukken nu juist een vakgebied waarbinnen P&O-adviseurs zich meer zouden moeten profileren en ontwikkelen. Daarmee kunnen zij een belangrijke toegevoegde waarde bieden wanneer organisatiekundige expertise in organisaties ontbreekt.