Pensioen naar 67 in 2025, AOW gaat omhoog

De werknemer die in 2025 met ouderdomspensioen gaat is niet meer 65, maar 67 jaar. Hij krijgt dan wel een hogere AOW-uitkering. Dat staat in het Pensioenakkoord van het kabinet, werkgevers en de vakbonden.

De komende decennia zullen ouderen op de werkvloer een vertrouwd beeld worden. Want de pensioenleeftijd gaat omhoog naar 66 jaar in 2020, en in 2025 zelfs naar 67 jaar. Maar werkgevers, vakbonden en het kabinet gaan er ook alles aan doen om ouderen nu echt langer door te laten werken.

Dat zijn maatregelen uit het Pensioenakkoord van 10 juni 2011 dat het kabinet heeft afgesloten met werkgeversorganisaties en vakbonden. De afspraken borduren voort op de eerdere AOW- en pensioenafspraken die werkgeversorganisaties en vakbonden een jaar geleden hebben gemaakt.

FNV Bondgenoten blijft tegen
Of het akkoord ongeschonden de eindstreep haalt, is nog onduidelijk. De sociale partners moeten het akkoord nog aan hun achterban voorleggen en de grootste vakbond binnen de FNV, FNV Bongenoten, blijft dwars liggen. Deze bond zal het akkoord met een negatief advies aan zijn leden voorleggen. Twee andere FNV-bonden twijfelen nog welk advies ze hun leden zullen geven. Overigens bleken FNV-leden in het verleden wel eens minder activistisch dan hun kaderleden en bestuurders; een negatieve uitkomst staat dus nog niet vast.

Als de FNV niet akkoord gaat, betekent dat niet dat de maatregelen niet door zullen gaan. Mogelijk sluit het kabinet dan een akkoord met vakcentrales die wel kunnen instemmen. Het maatschappelijk draagvlak zal dan kleiner zijn, waarmee ook de kans op arbeidsonrust mogelijk zal toenemen.

Afspraken over AOW en pensioen en langer doorwerken
In het Pensioenakkoord heeft het kabinet de volgende afspraken gemaakt met werkgevers en vakbonden:

• De AOW-leeftijd gaat in 2020 naar 66 en (naar verwachting) in 2025 naar 67 jaar;

• Het AOW-pensioen gaat vanaf 2013 voor iedereen met 0,6 % extra per jaar omhoog;

• Doordat de AOW flexibel wordt, houden werknemers de keuze wanneer ze stoppen met werken;

• De aanvullende pensioenen worden schokbestendiger gemaakt: pensioenpremies gaan niet omlaag in goede tijden, maar ook niet omhoog als het slecht gaat;

• Het wordt voor oudere werknemers makkelijker gemaakt om door te werken. Werkgevers en vakbonden gaan harde afspraken maken over hoe mensen langer kunnen doorwerken.

Houdbare pensioenen en vergrijzende arbeidsmarkt
De maatregelen zijn nodig omdat de pensioenfondsen zonder ingrijpen door hun hoeven dreigen te zakken: er komen veel meer mensen die een pensioenuitkering ontvangen, waar steeds minder werkende premiebetalers tegenover staan.
Maar door de vergrijzing ontstaat ook krapte op de arbeidsmarkt: werkgevers zullen oudere medewerkers hard nodig hebben om te blijven produceren. Daar helpen de nieuwe afspraken ook aan mee.

Voor de overheid dreigden de uitgaven voor de AOW een te grote last te worden. Door het verschuiven van de pensioendatum, verbetert de houdbaarheid van de overheidsfinanciën aanzienlijk.

Inzetbaarheid verbeteren en mobiliteitsbonus
Werkgevers en vakbonden gaan in cao’s betere afspraken maken over hoe mensen langer kunnen doorwerken. Deze afspraken moeten resulteren in maatregelen voor inzetbaarheid, scholing, arbeidsomstandigheden, mobiliteit, werkhervatting en productiviteit. Hierdoor moeten alle werknemers, jong en oud, bewuster de regie kunnen nemen over hun loopbaan en duurzame inzetbaarheid.

Ook komt er een mobiliteitsbonus, dat is een bedrag dat werkgevers (maar ook werknemers) krijgen als ze oudere werknemers aannemen. Op Personeelslog leest u meer over deze nieuwe mobiliteitsbonus.

Onterechte beelden over ouderen
Samen met het kabinet richten de sociale partners zich ook op `het wegnemen van onterechte beelden over oudere werknemers` en het bevorderen van het in dienst nemen en houden van oudere werknemers.

Voor de instroom van oudere werkzoekenden zullen aan de cao-tafel actieplannen worden opgesteld. Tot 2020 kunnen oudere werklozen blijven instromen in de IOW, een inkomensvoorziening voor oudere werklozen op bijstandsniveau maar zonder partner- en vermogenstoets.

Verhoging pensioenleeftijd kan niet anders
De pensioenleeftijd moet omhoog, omdat de kosten eenvoudigweg niet meer op te brengen zijn. Nu zijn er nog 4 werkenden die de kosten dragen voor 1 gepensioneerde, maar straks zijn dat er nog slechts 2. Bovendien stijgt de levensverwachting van ouderen, waardoor er veel langer pensioen moet worden uitbetaald. Er gaat dus veel meer geld uit de pensioenkassen, terwijl er aan de onderkant veel minder bijkomt.

Het verhogen van de premies is geen oplossing, want nu al werken we één dag in de week voor ons pensioen. De werkgever legt daar nog eens het dubbele aan premies bij. Nog meer premie betalen is dus geen haalbare kaart: de nettolonen dalen dan enorm en het wordt voor werkgevers veel te duur om personeel in dienst te nemen. De enige remedie, volgens het kabinet en de sociale partners, is langer doorwerken en dus later met pensioen.

Hogere AOW voor iedereen, eerder stoppen kan
Het AOW-pensioen gaat vanaf 2013 voor iedereen met 0,6 % extra per jaar omhoog. Mensen kunnen ervoor kiezen om eerder te stoppen met werken, maar dan ontvangen ze een lager AOW-pensioen (min 6,5 %). Per saldo resulteert dat in een iets lager AOW-pensioen dan ze nu zouden krijgen. Wie na zijn 66e (of vanaf 2025 na zijn 67e) doorwerkt, krijgen een hogere AOW (plus 6,5 %).

Eerder kunnen stoppen met werken is van belang voor mensen die op jonge leeftijd zijn begonnen met werken, voor mensen die een laag inkomen hebben of mensen die alleen een AOW-uitkering hebben. Vanaf 2020 komt er bovendien voor de lage inkomens een extra ouderenkorting van 300 euro.

Aanvullend pensioen stabieler, maar niet (meer) zeker
Een nieuw pensioenstelsel moet meer duidelijkheid bieden over de pensioenen. De ambitie is een goed pensioen voor iedereen, waarin bij grote schommelingen op financiële markten niet meteen hoeft te worden ingegrepen en waarbij het pensioengeld ook belegd wordt voor de lange termijn. Beleggen is nodig omdat het meer geld opbrengt. Sparen brengt te weinig op, omdat de rente de laatste decennia steeds omlaag is gegaan.

Beleggen kan mooie rendementen opleveren, maar heeft ook risico’s. De opbrengst kan mee- of tegenvallen en de pensioenen zullen daar op worden aangepast. Dat gebeurt wel geleidelijk, zodat er niet van jaar op jaar grote wisselingen zijn in de pensioenuitkeringen. De pensioenfondsen zullen hun pensioendeelnemers eerder en transparanter moeten gaan informeren over de risico’s.

Pensioenpremies niet verder omhoog
De pensioenpremies blijven stabiel: in goede tijden zullen de premies niet automatisch worden verlaagd, maar in slechte tijden gaan de premies ook niet automatisch meer omhoog. Werkgevers en werknemers kunnen in bedrijfstakken en bedrijven in het cao-overleg nog wel nadere afspraken maken over het pensioen.


Praktische antwoorden op uw HRM-vragen

Met een abonnement op Tools en Extra's van Personeelsnet krijgt u ruim 200 actuele P&O-documenten, checklists en tools. Inclusief: gratis plaatsing van uw HR-dienst of P&O-vacature. Voor slechts 189 euro per jaar.
Doorsturen:

Neem een abonnement en download 460 exclusieve vakartikelen en 311 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?