Pensioenfondsen mogen niet meer wachten op betere tijden

Pensioenfondsen moeten grotere buffers aanhouden en veel duidelijker communiceren over de financiële risico’s van het fonds. Als het slecht gaat, moeten fondsen eerder ingrijpen door de hoogte van de pensioenen in kleine stapjes aan te passen. Dat gebeurt over een periode van 10 jaar, zodat plotseling afstempelen niet meer nodig is.

De pensioenfondsen werken nu met een financieel toetsingskader dat bescherming van de gepensioneerden voorop stelt. Als het fonds dan sterk onder de minimale dekkingsgraad zakt, moet ineens worden ingegrepen door alle pensioenaanspraken scherp te verlagen. Daarom stelt minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een nieuw financieel toetsingskader voor.

Grotere buffers en afstempelen spreiden over 10 jaren
In het huidige financieel toetsingskader staat bescherming van het nominale pensioen voorop. Als het slecht gaat, wachten pensioenfondsen te lang op betere tijden. Kortingen op het pensioen zijn hierdoor weliswaar minder vaak aan de orde, maar als ze noodzakelijk zijn, kunnen ze abrupt en fors zijn. Daar zijn de afgelopen tijd 105 fondsen door getroffen. Dat leidt tot onrust en onzekerheid of de pensioenen wel veilig zijn. Om de beoogde zekerheid in de huidige contracten waar te maken, worden de eisen voor financiële buffers en premies aangescherpt.

In de nieuwe pensioencontracten moeten direct maatregelen worden genomen bij financiële tegenvallers, maar die maatregelen mogen over 10 jaren worden gespreid. Hierdoor kunnen financiële schokken voor de pensioendeelnemers geleidelijker worden verwerkt. Dit verkleint het risico op abrupte, grote kortingen van pensioenen. Bovendien moeten de pensioendeelnemers veel duidelijker en realistischer informatie krijgen over de risico’s van hun pensioen en het pensioenfonds.

Andere berekening dekkingsgraad
Ook in het nieuwe toetsingskader, blijft de dekkingsgraad van het pensioenfonds de belangrijkste graadmeter voor het nemen van maatregelen. Nog steeds moeten pensioenfondsen een dekkingsgraad hebben van minimaal 105%.

Maar fondsen krijgen in het plan van minister Kamp wat meer ruimte om rekening te houden met een deel van het verwachte rendement op hun beleggingen. De dekkingsgraden mogen bovendien over een gemiddelde van twaalf maanden worden vastgesteld. Voor de langere termijn zal met een stabiele en realistische rente gerekend worden. Dit voorkomt drastische maatregelen als gevolg van abrupte schommelingen in de dekkingsgraad.

Overhevelen naar nieuw pensioencontract
Het overhevelen van oude pensioenrechten naar het nieuwe (reële) contract is volgens Kamp in beginsel juridisch mogelijk maar in de uitvoering een zaak van sociale partners en pensioenfondsbesturen. Het is ook aan sociale partners of zij het huidige pensioencontract willen voortzetten of over willen stappen op het nieuwe contract. De minister zal in de pensioenwetgeving wel waarborgen opnemen om dit zogenoemde ‘invaren’ zorgvuldig te laten gebeuren.

Het kabinet heeft de sociale partners, pensioenfondsen, wetenschappersen vertegenwoordigers van jongeren en ouderen betrokken bij het opstellen van het nieuwe toetsingskader. Minister Kamp wil na overleg met alle betrokken in 2013 nieuwe wetgeving aanbieden. Vooruitlopend hierop kunnen de aanpassingen mogelijk al worden betrokken bij het vaststellen van de pensioenpremies voor 2013 en de maatregelen die fondsen eventueel moeten nemen in hun herstelplannen.

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 460 exclusieve vakartikelen en 311 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?