Positieve actie voor allochtone werknemers werkt juist niet

Aandacht voor mensen belangrijker dan culturele verschillen.

Doelgroepenbeleid en positieve actie voor allochtone werknemers zijn ‘gedoemd te mislukken’. Overdreven aandacht voor culturele verschillen werkt averechts. Aandacht voor de mens (blank én gekleurd) achter de werknemer en gemeenschappelijke doelen, rechten en plichten werken wèl, volgens Juliette Schaafsma. Schaafsma promoveert woensdag 6 december aan de Universiteit van Tilburg op het proefschrift Ethnic diversity at work. Diversity attitudes and experiences in Dutch organisations. Promotor is prof.dr. W.A. Shadid.

Schaafsma hield bij vijftien Nederlandse organisaties 219 diepte-interviews onder allochtone en autochtone werknemers, managers en P&O-ers. Zij wilde weten welke moeilijkheden er volgens werkgevers zijn bij het in dienst nemen van allochtonen. Ook vroeg zij naar ervaringen met maatregelen om de positie van allochtone werknemers te verbeteren. Verder onderzocht zij de onderlinge verhoudingen op de werkvloer en de omgang met ‘diversiteit’ op het werk.

Tijd voor een praatje
Kernvraag was of werkgevers en werknemers vinden dat er op de werkvloer rekening moet worden gehouden met culturele of religieuze gebruiken zoals gebed, kleding, voedselvoorschriften en feestdagen.

Voor veel werknemers blijkt de afkomst van een collega helemaal niet zo interessant. Belangrijker is dat een collega goed werkt, behulpzaam is en open staat voor een praatje. Wanneer mensen in dit opzicht meer verschillen merken, zijn relaties tussen verschillende etnische groepen werknemers minder harmonieus.

Maar culturele verschillen hoeven niet problematisch te zijn, zolang de gemeenschappelijke doelen, taken, rechten en plichten helder zijn gedefinieerd en de uitvoering of de verdeling van het werk er niet te veel door wordt beïnvloed.

Hoofddoek en petje
Autochtone en allochtone werknemers blijken best bereid om rekening te houden met elkaars leefgewoontes, kleding en gebedsvoorschriften. Maar dan moet wel iedereen aanspraak kunnen maken op dezelfde rechten. Zo mag een moslima best een hoofddoek dragen, als een Nederlandse werknemer dan ook een petje op mag.

Privileges mogen niet zo maar tegen elkaar worden weggeschrapt: christelijke feestdagen kunnen dus niet eenvoudig worden ingeruild voor islamitische feestdagen.

Geen religieuze voordeeltjes
De angst dat ‘de ander’ een voorkeursbehandeling krijgt blijkt nog erg groot. Autochtonen, maar ook allochtonen, vinden doorgaans dat niemand voordeeltjes mag hebben vanwege geloof of cultuur.

Geen speciale groepsrechten voor allochtonen, dus. En zeker geen voorkeursbeleid. Want juist een voorkeursbehandeling voor 'de ander' leidt tot scheidslijnen tussen groepen. Dat resulteert weer in negatieve opmerkingen, grappen en pesterijen.

Een arbeidsklimaat waarbinnen verschillen worden geaccepteerd en gerespecteerd is goed mogelijk, als iedereen maar dezelfde mogelijkheden en rechten krijgt. Dat werkt volgens Schaafsma veel beter dan beleid waarin de culturele verschillen worden benadrukt.
Doorsturen:

Neem een abonnement en download 460 exclusieve vakartikelen en 311 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?