Een meerderheid van de Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Flexibel werken. Werknemers krijgen daardoor meer mogelijkheden voor telewerken en om te werken op gunstige tijden.

Het wetsvoorstel Flexibel werken is een  initiatief van de Tweede Kamerleden Voortman (Groenlinks) en Pieter Heerma (CDA). De wet moet flexibel werken bevorderen door de Wet aanpassing arbeidsduur (Waa) om te vormen tot een Wet flexibel werken (Wfw). Met de wet krijgen werknemers het recht om thuis te werken of op gunstige tijden te werken.

Als dit volgens de werkgever niet kan, moet hij dit goed gemotiveerd afwijzen. Maar afwijzing van andere werktijden kan alleen als er sprake is van ‘zwaarwegend bedrijfsbelang’.

Verzoek om werkduur en arbeidsplaats aan te passen
Werknemers kunnen, met de nieuwe wet in de hand, bij hun werkgever een verzoek doen om de arbeidstijden en de arbeidsplaats aan te passen. Nu kunnen werknemers alleen nog een verzoek doen om het aantal uren aan te passen.

Die aanvraag kan de werknemer al doen, nadat hij/ zij een half jaar in dienst is. Nu is die termijn nog een jaar. Na afwijzing of inwilliging van het verzoek moet de werknemer nu nog twee jaar wachten voordat hij een nieuw verzoek mag doen. Maar de nieuwe wet bekort deze termijn tot één jaar.

Bij meer dan 10 werknemers
De Wfw zal alleen van toepassing zijn op werkgevers die meer dan tien werknemers in dienst hebben.

De ministerraad moet het initiatiefwetsvoorstel nog officieel bekrachtigen. Naar verwachting zal de wet dan op 1 juli 2015 in werking kunnen treden.

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief