Iedere werknemer moet recht krijgen op loopbaanbegeleiding door onafhankelijke begeleiders. Alleen op deze manier kunnen werknemers beter en breder - ook buiten de eigen organisatie - inzetbaar worden en blijven. Dit pleidooi houdt prof. dr. Frits Kluijtmans in zijn oratie op 27 november bij de aanvaarding van het ambt als hoogleraar Strategisch Human Resource Management aan de Open Universiteit. Het komt steeds minder vaak voor dat werknemers hun hele leven werken bij één en dezelfde werkgever. Daarom vindt hoogleraar Kluijtmans het van belang dat werknemers hun algemene inzetbaarheid, dus los van de huidige functie en organisatie, op peil houden. Alternatieven "Van werknemers kun je niet verwachten dat ze uit zichzelf vanuit een baan die doorgaans goed bevalt, actief op zoek gaan naar alternatieven, en van werkgevers kan je niet verwachten dat zij investeren in werknemers, zodat zij de organisatie eerder kunnen verlaten", aldus Kluijtmans. Daarom moet - volgens de hoogleraar - iedere werknemer een individueel recht op loopbaanbegeleiding geboden worden, verzorgd door een netwerk van onafhankelijke begeleiders. Dat recht heeft Vlaanderen al in 2004 succesvol geïntroduceerd. Commissie Bakker Het idee van Kluijtmans lijkt op het voorstel voor het werkbudget dat de Commissie Arbeidsparticipatie ("Commissie Bakker") deze zomer nog deed. De voorstellen van de Commissie lijken echter geen rol meer te spelen in het politieke debat, nadat de sociale partners afspraken hebben gemaakt over de ontslagvergoeding. Nadeel van het werkbudget was overigens de complexiteit. Het was onderdeel van een interessant, maar ingewikkeld totaalpakket. Ook de financiering was niet eenvoudig. Want zowel de werkgever, werknemer als de overheid had aan het individuele werkbudget voor de werknemer moeten meebetalen. Vakbonden Onduidelijk is hoe Kluijtmans zijn recht op loopbaanbegeleiding wil invullen en wie het moet betalen (inclusief de noodzakelijke scholing). Daar waar werkgevers zich er niet mee mogen bemoeien, ziet hij wel een rol weggelegd voor de vakbonden. "Vakbonden hebben zich al opgeworpen als partij. Het op peil houden van werkzekerheid past prima in hun nieuwe takenpakket." De kans is overigens groot dat zo'n recht op loopbaanbegeleiding het minst zal worden gebruikt door medewerkers die dit het meest nodig hebben; bijvoorbeeld bepaalde groepen lager opgeleide werknemers. Juist voor hen kan de werkgever belangrijk zijn in de loopbaanbegeleiding. Want deze kan als géén ander duidelijk maken welk werk in de toekomst verdwijnt en hoe de werknemer zich het best kan aanpassen.
Iedere werknemer moet recht krijgen op loopbaanbegeleiding door onafhankelijke begeleiders. Alleen op deze manier kunnen werknemers beter en breder - ook buiten de eigen organisatie - inzetbaar worden en blijven.
Dit pleidooi houdt prof. dr. Frits Kluijtmans in zijn oratie op 27 november bij de aanvaarding van het ambt als hoogleraar Strategisch Human Resource Management aan de Open Universiteit.
Het komt steeds minder vaak voor dat werknemers hun hele leven werken bij één en dezelfde werkgever. Daarom vindt hoogleraar Kluijtmans het van belang dat werknemers hun algemene inzetbaarheid, dus los van de huidige functie en organisatie, op peil houden.
Alternatieven
"Van werknemers kun je niet verwachten dat ze uit zichzelf vanuit een baan die doorgaans goed bevalt, actief op zoek gaan naar alternatieven, en van werkgevers kan je niet verwachten dat zij investeren in werknemers, zodat zij de organisatie eerder kunnen verlaten", aldus Kluijtmans.
Daarom moet - volgens de hoogleraar - iedere werknemer een individueel recht op loopbaanbegeleiding geboden worden, verzorgd door een netwerk van onafhankelijke begeleiders. Dat recht heeft Vlaanderen al in 2004 succesvol geïntroduceerd.
Commissie Bakker
Het idee van Kluijtmans lijkt op het voorstel voor het werkbudget dat de Commissie Arbeidsparticipatie ("Commissie Bakker") deze zomer nog deed. De voorstellen van de Commissie lijken echter geen rol meer te spelen in het politieke debat, nadat de sociale partners afspraken hebben gemaakt over de ontslagvergoeding.
Nadeel van het werkbudget was overigens de complexiteit. Het was onderdeel van een interessant, maar ingewikkeld totaalpakket. Ook de financiering was niet eenvoudig. Want zowel de werkgever, werknemer als de overheid had aan het individuele werkbudget voor de werknemer moeten meebetalen.
Vakbonden
Onduidelijk is hoe Kluijtmans zijn recht op loopbaanbegeleiding wil invullen en wie het moet betalen (inclusief de noodzakelijke scholing). Daar waar werkgevers zich er niet mee mogen bemoeien, ziet hij wel een rol weggelegd voor de vakbonden. "Vakbonden hebben zich al opgeworpen als partij. Het op peil houden van werkzekerheid past prima in hun nieuwe takenpakket."
De kans is overigens groot dat zo'n recht op loopbaanbegeleiding het minst zal worden gebruikt door medewerkers die dit het meest nodig hebben; bijvoorbeeld bepaalde groepen lager opgeleide werknemers.
Juist voor hen kan de werkgever belangrijk zijn in de loopbaanbegeleiding. Want deze kan als géén ander duidelijk maken welk werk in de toekomst verdwijnt en hoe de werknemer zich het best kan aanpassen.