SG pleit voor soepeler ontslag en langere werkweek.

Meer Nederlanders moeten langer doorwerken en meer uren draaien. Dat schrijft Chris Buijink, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken, in het nieuwjaarsartikel in het blad Economische Statistische Berichten (ESB).

Het is traditie dat de zittende secretaris-generaal (SG) van het ministerie van EZ ieder jaar zijn visie geeft op de economische ontwikkelingen in het blad ESB. In het verleden, gaven meer uitgesproken SG’s nog wel eens controversiële meningen. Maar met dit nieuwjaarsartikel kan het kabinet alleen maar tevreden zijn.

Anderhalf uur langer
Het kabinet wil de arbeidsparticipatie verhogen van 73 procent naar 80 procent in 2016. Dat moet om alle sociale lasten te kunnen blijven dragen. Daarom moeten we volgens de SG allemaal langer werken.

Hij richt zijn pijlen vooral op deeltijdwerkers, maar ook de standaardwerkweek vindt hij in vergelijking met andere West-Europese landen te kort. Wanneer alle werkenden 1,5 uur per week extra zouden werken, bereik je volgens de SG eenzelfde effect als wanneer 80 procent van de beroepsbevolking werkt.

Verder wil Buijink meer 63- en 64-jarigen laten doorwerken, zonder de pensioenleeftijd van 65 jaar te verhogen. Ook wil hij goed geschoolde arbeidsmigranten uit het buitenland halen en mensen met een uitkering aan werk helpen.

Versoepeling ontslagrecht
Buijink denkt dat mensen met een uitkering niet actief worden, door de uitkering die ze krijgen en de ontslagvergoeding. Daarom wil ook hij dat het ontslagrecht soepeler wordt, zodat ‘meer kwetsbare groepen aan het werk komen’.

Want 'de hoge bescherming van zittende werknemers zou niet ten koste moeten gaan van mensen die nu buitenspel staan', zo vindt de SG.

Ondernemerschap en onderscheid
Buijink wil meer aandacht voor ondernemerschap en innovatie. Die is er nu niet genoeg, waardoor de arbeidsproductiviteit te traag groeit.

Volgens de SG moet Nederland meer onderscheid durven maken in gemiddelde en briljante studenten, tussen redelijk en toponderzoek en tussen kleine en grote ondernemingen. ‘Het komt er op aan gelijke kansen te bieden, maar niet te mikken op gelijke uitkomsten’, stekt Buijink.