Als een werknemer een tijdelijke arbeidsovereenkomst opzegt zonder dat daarin een opzegbeding is opgenomen, is er sprake van een onregelmatige opzegging. Dat is niet zonder risico voor de werknemer, want als werkgever kunt u dan een schadevergoeding eisen die flink kan oplopen.
Expert: Pascal Besselink | Advocaat arbeidsrecht bij DAS
Recent deed de rechtbank Rotterdam nog uitspraak in een dergelijke kwestie. Een voormalig financieel manager van een trailerverhuurbedrijf moet zijn ex-werkgever ruim 22.000 euro betalen omdat hij in strijd met zijn arbeidsovereenkomst ontslag nam, enkele maanden voordat zijn contract zou aflopen.
Tussentijds opzegbeding in arbeidsovereenkomst
In de meeste gevallen wordt een tussentijds opzegbeding opgenomen in een tijdelijk arbeidscontract, maar soms wordt het per ongeluk vergeten. Het komt ook voor dat er bewust voor wordt gekozen om zo’n opzegmogelijkheid niet op te nemen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij functies die lastig te vervullen zijn, waarbij de werkgever wil voorkomen dat een werknemer voortijdig vertrekt.
Zonder een tussentijds opzegbeding kunnen zowel werkgever als werknemer het contract niet eenzijdig opzeggen totdat het contract afloopt. Het is dus meestal ook in het belang van de werkgever om er goed op te letten dat de tijdelijke arbeidsovereenkomst een wederzijds opzegbeding bevat.
Recht op gefixeerde schadevergoeding
Wanneer een werknemer toch tussentijds opzegt zonder opzegbeding, spreken we van onregelmatige opzegging. In dat geval kan de werkgever een schadevergoeding eisen.
Werkgevers hebben recht op een zogenoemde gefixeerde schadevergoeding wanneer een werknemer het tijdelijke contract niet uitdient en er geen tussentijds opzegbeding is opgenomen. De schadevergoeding is gelijk aan het brutoloon voor de resterende contractperiode, inclusief de vakantietoeslag over die maanden.