Werkgevers hebben de loonkosten aanzienlijk zien stijgen de afgelopen 10 jaar. De werkgevers waren voor hun personeel veel meer kwijt aan premies voor onder meer pensioen, arbeidsongeschiktheid en zorgverzekeringen.
Daarbij hadden werkgevers vaker te maken met relatief duurdere werknemers, zoals hoger opgeleiden en ouderen. In 2011 bedroegen de gemiddelde loonkosten per gewerkt uur 30,40 euro. Dat is een toename van 33 procent ten opzichte van 2001. De stijging van de loonkosten per gewerkt uur was de afgelopen tien jaar het grootst in de financiële dienstverlening (50 procent). Daarentegen bleef de stijging in de horeca beperkt (20 procent). Dat blijkt uit het maandag gepubliceerde rapport 'Een nieuwe loonkostenstatistiek: de prijs van arbeid' van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Forse stijging Werkgeverspremies
De laatste tien jaar zijn de werkgeverspremies met 52 procent gestegen, terwijl de lonen met 31 procent toenamen. Hierdoor is het aandeel van de werkgeverspremies in de loonkosten toegenomen. In 2009 bestonden de loonkosten (exclusief loonkostensubsidies) voor 78 procent uit lonen en 22 procent uit werkgeverspremies. Het grootste deel van de werkgeverspremies betreft de pensioenpremies, die in 2009 ruim 9 procent van de loonkosten vormden. Andere grote posten zijn de werkgeverspremies voor arbeidsongeschiktheid en de Zorgverzekeringswet