Vooral jongeren zien het probleem niet van doorwerken.

Wie denkt dat álle werknemers nog een beetje treuren over het afschaffen van de VUT, heeft het mis. Want er blijkt een, weliswaar heel klein, extra deel te zijn dat graag doorwerkt tot hun 65-ste. Dat meldt het ministerie van SZW.

Erg hard lijken de cijfers niet, want ‘ongeveer 26 procent’ van de werknemers wil nu doorwerken, terwijl dat in 2005 nog maar 21 procent was. Hoe klein de extra groep ook is, het ministerie van SZW vond het reden genoeg om meteen een persbericht de wereld in te sturen met de titel: ‘Werknemers willen vaker doorwerken tot hun 65-ste’.

SZW put de gegevens uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2006, een groot onderzoek onder ruim 24.000 werknemers. Minister Donner van SZW is blij met de nieuwe cijfers, omdat het kabinet wil dat oudere werknemers tot hun pensioen blijven werken. Dat moet de AOW betaalbaar houden en de krapte op de arbeidsmarkt tegen gaan.

Ouderen willen niet
Algemeen is de vreugde niet, om tot het pensioen door te gaan. De animo om door te werken blijkt bij de jongste groep werknemers het hoogst. De verschillen tussen de overige leeftijdsgroepen zijn relatief klein, maar het is natuurlijk niet vreemd dat 50-plussers misschien nog wel een beetje treuren om de VUT waarop zij misschien toch stiekem hadden gehoopt.

Vooral 15- tot 25-jarigen en 45- tot 49-jarigen vaker willen doorwerken tot hun pensioen. Maar jonge dertigers en werknemers rond de 50 willen het minst doorwerken.