Tijdelijke werknemer positiever als baan meer kansen biedt
Bij kans op vaste baan, ligt uitbuiting op de loer.
Werknemers met een tijdelijke baan, laten hun oordeel over de behandeling door hun werkgever afhangen van de kansen en mogelijkheden die ze krijgen op het werk. Gelijkheid en billijkheid ten opzichte van vaste krachten, heeft daar veel minder mee te maken. Dat concludeert organisatiewetenschapper Jeroen de Jong in zijn proefschrift, waarmee hij op vrijdag 27 juni promoveert aan de
Universiteit van Tilburg.
De Jong onderzocht welke psychologische mechanismen bepalen of tijdelijke werknemers vinden dat ze eerlijk behandeld worden door hun werkgever. Ook bekeek hij of dat oordeel van invloed is op hun houding of gedrag op het werk.
Vanwege de
Wet Gelijke Behandeling Tijdelijk en Vaste Medewerkers moeten flexibele arbeidskrachten eenzelfde behandeling krijgen als collega’s met een vast contract. Desondanks zijn de arbeidsvoorwaarden voor veel tijdelijke werknemers nog steeds slechter.
Mogelijkheden
Maar het opmerkelijke is, dat uit vele studies blijkt dat tijdelijke werknemers hun arbeidsrelatie als eerlijker beoordelen dan vaste werknemers. De Jong leidt hieruit af dat tijdelijke en vaste krachten hun oordeel niet op basis van dezelfde criteria vellen.
Dat tijdelijke medewerkers een arbeidsrelatie als eerlijk ervaren, blijkt niet af te hangen van gelijkheid en billijkheid ten opzichte van vaste krachten. Hun oordeel is positiever naarmate het werk meer kansen en mogelijkheden biedt.
Uitbuiting
De Jong stelt dat de beperkte duur van een arbeidscontract, wel een zwakke plek is in het streven naar eerlijke en gelijke behandeling. Tijdelijke werknemers die een vast contract kunnen krijgen, lopen zelfs een groter risico op uitbuiting. Dat komt doordat ze een oneerlijke behandeling rationaliseren, waardoor ze genoegen nemen met slechtere arbeidsvoorwaarden en werkomstandigheden.