Tijdpad verhoging AOW-leeftijd tot 2021

Eind 2012 is door het kabinet Rutte II een defnitief tijdpad vastgesteld voor de verhoging van de AOW-leeftijd. De AOW-leeftijd zal in stappen van één tot meerdere maanden per jaar worden verhoogd naar 67 jaar in 2021.

De aanstaande coalitiepartijen hebben afgesproken dat de AOW sneller omhoog gaat naar 67 jaar in 2021. Mensen met lagere inkomens, kunnen al met 65,5 jaar met pensioen.

Nieuw tijdpad verhoging AOW-leeftijd
Door de afspraken gaat de AOW-leeftijd na 2015 stukken sneller omhoog, omdat dan stappen van drie en vier maanden per jaar worden gezet. Het resultaat is, dat al in 2021 de pensioenleeftijd op 67 jaar staat (65 jaar + 24 maanden).

Het precieze stappenplan staat in het schema hieronder:

Nieuw tijdpad verhoging AOW-leeftijd vanaf 2013
Jaar

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020 2021
Nu:

65 + 1 mnd

65 + 2 mnd

65 + 3 mnd

65 + 5 mnd

65 + 7 mnd

65 + 9 mnd

66 jaar

66 + 3 mnd 66 + 6 mnd
Wordt:

65 + 1 mnd

65 + 2 mnd

65 + 3 mnd

65 + 6 mnd

65 + 9 mnd

66 jaar

66 + 4 mnd

66 + 8 mnd 67 jaar

Overbruggingsregeling vut en prepensioen
Er komt wel een overbruggingsregeling om de pijn te verzachten voor werknemers die per 1 januari 2013 al deelnemen aan een vut- of prepensioenregeling. De regeling geldt voor mensen met maximaal 150% van het Wettelijk minimumloon (WML). Daarbij wordt wel het spaargeld en het inkomen van de partner meegewogen (maar niet de waarde van de eigen woning en pensioenvermogen).

In het deelakkoord is 5 miljoen euro voor de overbruggingsregeling gereserveerd in 2014. Of dat genoeg is valt te bezien, maar in het kader van de miljardenombuigingen is het een laag bedrag.

Lage inkomens toch eerder met pensioen
Mensen met een lager inkomen, werken vaak meer jaren en doen zwaarder werk. In het deelakkoord is daarvoor de doorwerkbonus opgenomen. Deze geldt voor vol- en deeltijdwerknemers van 61 tot 65 jaar, met een lager inkomen.

Als deze werknemers doorwerken tot 65,5 jaar, kunnen zij daarmee gemiddeld anderhalf jaar eerder met pensioen, zonder er financieel op achteruit te gaan. Om voor de regeling in aanmerking te komen, mag een werknemer niet te veel verdienen: van 90% tot (later) 175% van het wettelijk minimumloon (WML).

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 460 exclusieve vakartikelen en 311 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?