In alle verkiezings-programma's staat het: we hebben ambtenaren teveel. Tegelijkertijd roepen politici dat er meer politieagenten, meer onderwijzers en leraren nodig zijn. Maar ook dat zijn ambtenaren. De ambtenarenvakbond is boos en komt met een reeks advertenties onder het motto 'Toch handig die ambtenaren'. Natuurlijk is het niet leuk om elke vier jaar te moeten horen, dat je overbodig bent. Maar toch moet ik hier een lans breken voor onze politici. Zij willen de ambtenaren sparen die de dienstverlening aan burgers regelen. Kortom u houdt uw favoriete oom agent, uw sympathieke vuilnisophaler en die oh zo aardige verpleegster. Want de politieke partijen hebben hun pijlen gericht op de beleidsambtenaren: de werknemers bij ministeries die kamervragen beantwoorden en regels maken omdat politici denken op deze manier een maatschappelijk probleem op te lossen. Dat kan kennelijk een tandje minder. Kamerleden snijden dus in de dienstverlening aan henzelf en laten de burgers buiten schot. Zo'n onbaatzuchtige houding verdient alle steun! Zullen we - om dat echt mogelijk te maken - hierbij met elkaar afspreken dat we bij een ongeluk of ramp niet vervallen in de reflex dat er nieuwe regels moeten komen of dat oude richtlijnen beter moeten worden gecontroleerd? Tags: Minder regels, Overheid, Politiek, Vakbond
In alle verkiezings-programma's staat het: we hebben ambtenaren teveel. Tegelijkertijd roepen politici dat er meer politieagenten, meer onderwijzers en leraren nodig zijn. Maar ook dat zijn ambtenaren.
De ambtenarenvakbond is boos en komt met een reeks advertenties onder het motto 'Toch handig die ambtenaren'.
Natuurlijk is het niet leuk om elke vier jaar te moeten horen, dat je overbodig bent. Maar toch moet ik hier een lans breken voor onze politici. Zij willen de ambtenaren sparen die de dienstverlening aan burgers regelen. Kortom u houdt uw favoriete oom agent, uw sympathieke vuilnisophaler en die oh zo aardige verpleegster.
Want de politieke partijen hebben hun pijlen gericht op de beleidsambtenaren: de werknemers bij ministeries die kamervragen beantwoorden en regels maken omdat politici denken op deze manier een maatschappelijk probleem op te lossen. Dat kan kennelijk een tandje minder. Kamerleden snijden dus in de dienstverlening aan henzelf en laten de burgers buiten schot.
Zo'n onbaatzuchtige houding verdient alle steun! Zullen we - om dat echt mogelijk te maken - hierbij met elkaar afspreken dat we bij een ongeluk of ramp niet vervallen in de reflex dat er nieuwe regels moeten komen of dat oude richtlijnen beter moeten worden gecontroleerd?