Bedrijven zetten minder om, maar moeten wel de loonkosten blijven betalen. Omdat lonen meestal de grootste kostenpost zijn, moeten werkgevers vaker mensen ontslaan. Een oplossing zou zijn om werknemers een loonoffer te vragen, maar daar is tweederde niet toe bereid.
Dat blijkt uit antwoorden op de ING Vraag van Vandaag onder gemiddeld 51.300 respondenten per dag van het ING Economische Bureau. Wel is het aantal respondenten dat bereid is tot een loonoffer iets gestegen. Ruim een derde (34%) van de werknemers is nu bereid loon in te leveren voor behoud van hun baan.
Een derde bereid tot loonoffer
Een goede baan is belangrijk, maar toch is tweederde van de werknemers niet bereid om een deel van het loon in te leveren om daarmee aan het werk te blijven. Zou hun baan echt op het spel komen te staan, dan is ruim een derde (34%) van de respondenten met een baan wél bereid om loon in te leveren voor behoud van hun baan.
Een op de zes (16%) zegt minder dan 5% in te willen leveren, een op de acht 5-10% en een groep van 5% is zelfs bereid tot een loonoffer van meer dan 10% om daarmee hun baan veilig te stellen. Gemiddeld zijn deze werknemers bereid iets meer dan 5% in te leveren.
Loonoffer iets meer in trek
Het aantal werknemers dat een loonoffer niet afwijst, is toegenomen. Ten opzichte van 2011 is de bereidheid onder werknemers om loon in te leveren gegroeid van 26% naar 34%. Nu de werkloosheid hoger ligt en recent flink is opgelopen zijn iets meer werknemers geneigd om water bij de wijn te doen.
Toch ziet nog steeds twee derde van de werknemers geen reden om loon in te leveren. Zij voelen zich kennelijk zeker van hun zaak – en hun baan, denken de economen van ING.