Na ruim een jaar onderhandelen zijn de vakbonden en de uitzendbranche eruit, want ze hebben afspraken gemaakt over meer werkzekerheid in een nieuwe cao voor uitzendkrachten. Het eerste tijdelijke uitzendcontract mag nog maar maximaal één jaar duren (was 78 weken). Verder mag maar voor drie jaar met een tijdelijk contract worden gewerkt, in plaats van vier jaar nu.
Dat staat in de CAO voor Uitzendkrachten die vakbonden FNV, CNV Vakmensen, De Unie en brancheorganisatie ABU hebben afgesloten. De cao-afspraken bieden meer werkzekerheid, een betere pensioenopbouw en verkleining van het loongat tussen uitzendkrachten en vast personeel. Verder krijgen arbeidsmigranten die door een uitzendbureau buiten Nederland worden geworven, een inkomensgarantie voor de eerste twee maanden van hun uitzendbaan.
De onderhandelingen over de cao hebben lang geduurd en verliepen moeizaam. Jurriën Koops, directeur ABU: “Maar deze vier partijen hebben elkaar gevonden in het belang voor de uitzendbranche om een cao met een breed draagvlak te realiseren.’ Partijen zullen de gemaakte afspraken met een positief advies voorleggen aan hun achterban. Als die instemt, gaat de nieuwe cao (met terugwerkende kracht) in per 17 november 2021 en kent een looptijd tot 2 januari 2023.
Gelijkwaardigheid en beter pensioen
Afgesproken is dat de zogeheten inlenersbeloning wordt uitgebreid. “Het loon en de overige arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten moeten gelijkwaardig worden aan die van hun collega’s in dienst bij de inlener. Met deze afspraak wordt het verschil al kleiner. Afgesproken is om in de volgende meerjarige cao de noodzakelijke stappen te zetten om deze gelijkwaardigheid te realiseren” zegt FNV Flex bestuurder Karin Heynsdijk.
Ook het pensioen wordt beter: de pensioenopbouw start eerder en wordt opgebouwd over een groter deel van het inkomen. De huidige wachttermijn voor pensioenopbouw is nog 26 weken. Per 1 januari 2022 wordt die teruggebracht naar maximaal 8 weken gewerkt bij de uitzendwerkgever. Voor de telling van die 8 gewerkte weken, tellen de gewerkte weken bij een andere uitzendonderneming binnen een uitzendgroep mee. Vanaf de aanvang van de negende week geldt voor de duur van 52 weken de Basisregeling gevolgd door de Plusregeling.
Meer werkzekerheid, eerder in vaste(re) dienst
Verder komt er meer werkzekerheid. Met ingang van 3 januari 2022 wordt de eerste fase van uitzenden, fase A, beperkt van 78 naar maximaal 52 gewerkte weken. Vanaf 2 januari 2023, in de volgende cao, worden daarbij ook de weken inbegrepen waarin de uitzendkracht doorbetaalde vakantie opneemt.
Ook de periode dat iemand een contract voor bepaalde tijd mag krijgen wordt korter en gaat van vier naar drie jaar. Daardoor is de stap naar een vast dienstverband sneller te maken. De bedoeling is dat (ook weer in de volgende cao) vanaf 2023 afspraken gelden dat het fase B dienstverband wordt verkort naar maximaal 2 jaar.
Arbeidsmigranten niet direct meer zonder huisvesting
Naast regelingen die voor alle uitzendkrachten gelden, is er ook gekeken naar de positie van arbeidsmigranten. De aanbevelingen van het zogeheten Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten onder leiding van Emile Roemer zijn daarbij als leidraad gebruikt. Er komt er een inkomensgarantie ter hoogte van het wettelijk minimumloon voor de eerste twee maanden bij een uitzendwerkgever.
Ook is afgesproken dat arbeidsmigranten tot vier weken na het einde van de uitzendovereenkomst in de huisvesting kunnen blijven. Marten Jukema van CNV Vakmensen zegt: ‘Niet alle aanbevelingen van het Aanjaagteam zijn via de cao te regelen maar hiermee zetten we een mooie stap en tegelijkertijd zijn we ook aan andere tafels en met andere betrokkenen in gesprek over zaken als bijvoorbeeld huisvesting voor arbeidsmigranten’.