Eind mei is voor werknemers extra feestelijk, omdat het vakantiegeld dan op hun rekening wordt bijgeschreven. Voor sommige werkgevers is het nu niet altijd een feest, zeker niet als de omzet is weggevallen en er nauwelijks reserves zijn opgebouwd. Zij zoeken naar mogelijkheden om vakantiegeld later te betalen, of helemaal niet. Maar de wet staat aan de kant van de werknemer. Vakantie en vakantiegeld zijn belangrijke arbeidsvoorwaarden, waar de werkgever niet aan kan morrelen. Wel heeft u wat meer ruimte bij Adv-dagen. Personeelsnet geeft hier een overzicht van de (on)mogelijkheden.
De afgelopen twaalf maanden hebben er voor sommige werkgevers flink ingehakt. Zij weten nu niet hoe ze het vakantiegeld moeten betalen aan hun werknemers. Werknemers hebben hier en daar al gehoord dat ze hun vakantiegeld voorlopig niet krijgen, blijkt uit een rondvraag van nieuwszender BNR. Maar vakantiegeld uitstellen druist in tegen de wet en is dus niet zomaar mogelijk.
Overigens krijgen werkgevers die gebruik maken van de NOW-regeling 30 procent opslag voor de opbouw van vakantiegeld, pensioenpremies en werkgeverspremies, waardoor een deel van de vakantietoeslag wel is vergoed.
Besparen door vakantiedagen te schrappen, is helemaal geen optie. Want de opbouw van vakantie-uren is geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Werkgevers die een poging doen om de vakantieopbouw van werknemers te beperken, worden teruggefloten door de rechter. Ook als de werkgever toestemming zou hebben van de Ondernemingsraad.
Vakantie en vakantiegeld: Dit moet, mag en kan de werkgever |
Regels vakantiebijslag |
De regels voor het vakantiegeld (officieel: de vakantiebijslag) staan in hoofdstuk 3 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WMM). Daarin staat dat de werknemer vakantiegeld opbouwt tussen 1 juni van het ene jaar en 31 mei van het volgende jaar. |
Betaling uitstellen mag niet zomaar |
De wet bepaalt verder dat de werknemer uiterlijk in juni het vakantiegeld ontvangt. U mag schriftelijke afspraken met de werknemer maken om dat anders te regelen, maar u moet minimaal één keer per kalenderjaar het vakantiegeld uitbetalen. Het is dus niet toegestaan om éénzijdig te bepalen dat u het vakantiegeld later uitbetaalt, maar u kunt altijd met de werknemer(s) in overleg gaan om het vakantiegeld later (in delen) uit te keren.
|
Opbouw vakantie is een recht |
Besparen door (eenzijdig) vakantiedagen te schrappen, is zo goed als onmogelijk. Wettelijke vakantie-uren zijn een recht, verankerd in Artikel 634 van het Burgerlijk Wetboek. De werknemer beschikt volgens de wet over zijn/haar vakantiedagen en kan zelf bepalen wanneer deze worden gebruikt. De werkgever moet daarmee instemmen, tenzij daar zeer zwaarwegende bezwaren tegen zijn. Wel kunt u stimuleren dat werknemers de vakanties op elkaar afstemmen. Ook kunt u een beroep op hen doen om hun vakantie uit te stellen, als dat beter uitkomt met het werk. |
Regelruimte met Adv-dagen en roostervrijedagen |
Werknemers kunnen ook afwezig zijn vanwege Adv-dagen, roostervrije dagen, of tijd-voor-tijd-dagen. De fundamenten van deze regelingen zijn niet in de wet verankerd, maar er staan waarschijnlijk wel afspraken over in de CAO, het Personeelshandboek of in de arbeidsovereenkomst. Hierin ziet u of een verplichte opname (of uitstel daarvan) mogelijk is. Want wanneer u medewerkers nu juist niet kunt missen, kunt u een wellicht een beroep op hen doen om het gebruik van deze dagen te verplaatsen. |
Vakantie opnemen tijdens quarantaineplicht |
Als de vakantieperiode straks weer begint, kan het mogelijk zijn dat werknemers naar landen gaan waarbij ze in quarantaine moeten, ter plekke of bij terugkeer in ons land. Het is verstandig om vooraf vast te leggen hoe u handelt met werknemers die willens en wetens naar een land zijn afgereisd met code oranje of rood. U kunt werknemers vooraf een brief sturen waarin u het beleid uitlegt. Hierin staat bijvoorbeeld dat de werknemer in die gevallen vakantiedagen moeten inleveren. |