Vooral allerkleinsten in formele kinderopvang
Ook veel oppas door opa en oma.
In 2006 gingen bijna een half miljoen kinderen onder de 13 jaar naar een kinderdagverblijf, de buitenschoolse opvang of erkende gastouders. Dat is een vijfde van de kinderen in deze leeftijd. Vooral jonge kinderen gaan naar de formele kinderopvang, terwijl daarnaast de grootouders ook een flink deel van de opvang verzorgen. Dat meldt het CBS.
De meeste kinderen in de formele kinderopvang gingen nog niet naar school, want ze waren jonger dan 4 jaar. De kinderen werden dan meestal opgevangen in een kinderdagverblijf. Vanaf 4 jaar gaan kinderen vaak naar de buitenschoolse opvang of een gastouder.
Opa en oma
Het beroep op niet-formele vormen van kinderopvang, zoals oppas door opa en oma, was twee keer zo groot als dat op de formele vormen. Overigens kan niet-formele opvang ook een aanvulling zijn op de formele opvang.
Iets meer dan de helft van de 0-3-jarigen werd regelmatig opgevangen in het informele circuit. Van de bijna 600 duizend 10-12-jarigen werd een kwart regelmatig door de buurvrouw of opa en oma opgevangen. Slechts 5 procent ging voor of na schooltijd naar de buitenschoolse opvang of werd door een gastouder opgevangen.
Rijk betaalt 845 miljoen
Ouders kunnen een toeslag krijgen voor de kosten van de formele kinderopvang. Dit gebeurt voor acht van de tien opgevangen kinderen (410 duizend kinderen). In 2006 droeg het Rijk ruim 845 miljoen euro bij aan hun opvangkosten van 1,8 miljard euro.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het inkomen en van de hoogte van een eventuele werkgeversbijdrage.