Steeds meer hoger opgeleiden, maar het kan beter.

Steeds meer Nederlanders, vooral vrouwen, halen een diploma in het hoger onderwijs. Maar, omdat in Nederland vooral lange opleidingen worden aangeboden, blijft ons land toch achter bij de landen om ons heen. Dat meldt het CBS in het Jaarboek onderwijs in cijfers 2008.

Een kwart van de 15 tot 64 jarigen had in 2006 een hbo- of wo-diploma. Tien jaar eerder was dit nog maar één op de vijf. Ook is het aandeel Nederlanders met een startkwalificatie toegenomen, van 60 procent in 1996 naar 66 procent in 2006.

Vooral vrouwen
Onder de hbo- en wo-studenten zijn opvallend veel vrouwen. Zij zijn bezig met een ware inhaalslag. In 2006 had 24 procent van de 15 tot 64 jarige vrouwen een hbo- of wo-diploma, tegen 16 procent in 1996.

In dezelfde periode is dit voor mannen gestegen van 22 naar 26 procent. Ook hadden mannen en vrouwen in 2006 bijna even vaak een startkwalificatie. Dit betekent dat vrouwen hun achterstand in het onderwijs vrijwel hebben ingehaald, aldus het CBS.

Lange opleidingen
Het aandeel 25 tot 34 jarigen met een diploma in het hoger onderwijs ligt in Nederland boven het EU-gemiddelde. Maar in een aantal landen om ons heen (zoals in België, Denemarken en Frankrijk) is dit aandeel nog hoger.

Een verklaring hiervoor is dat in deze landen ook korte opleidingen worden aangeboden in het hoger onderwijs. In Nederland komen hoofdzakelijk langere opleidingen voor. Vooral België biedt veel korte opleidingen op hoog niveau. Daar heeft meer dan de helft van de 25 tot 34 jarigen een diploma van een kortdurende opleiding in het hoger onderwijs.