Nu het CPB de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen heeft doorgerekend, komen opvallende keuzes aan het licht. Zo verhoogt de VVD de AOW-leeftijd naar 69 jaar en 9 maanden, blijkt uit de CPB-analyse. Personeelsnet licht hier de opvallendste gevolgen van de maatregelen uit de verkiezingsprogramma's toe, die van belang zijn voor de HR professional.
Het Centraal Planbureau analyseerde de verkiezingsprogramma’s van tien politieke partijen die op 12 september aan de verkiezingen meedoen. De resultaten staan in het lijvige rapport Keuzes in Kaart 2013-2017, dat ook op een overzichtelijke manier op internet is geplaatst.
Echt iets te kiezen
Uit de doorrekening blijkt dat er deze verkiezingen duidelijk iets te kiezen valt. Zo komt aan het licht hoe -aan de linkerkant- bij de SP de lage inkomens en uitkeringen stijgen, terwijl bij de VVD aan de andere kant inzet op groei en terugdringing van het begrotingstekort.
Opvallend is ook dat de PVV als enige partij mooie effecten kan tonen op de werkgelegenheid, werkloosheid én de koopkracht. Dit kan overigens alleen doordat deze partij het budget voor ontwikkelingshulp praktisch schrapt en fors bezuinigt op defensie, veiligheid en onderwijs. Op de lange termijn pakken de PVV-plannen negatief uit voor de werkgelegenheid en het overheidstekort.
Personeelsnet heeft uit de CPB-analyse de volgende punten die van belang zijn voor HR-professionals gedestilleerd .
Tekort terugdringen gaat ten koste van de groei
Alle politieke partijen willen het begrotingstekort in 2017 verkleinen. Maar doordat de overheid daardoor minder uitgeeft, daalt het bruto binnenlands product (bbp), ofwel het bedrag dat we in Nederland met zijn allen bij elkaar verdienen. Daardoor dalen ook de belastinginkomsten en nemen de uitkeringen toe.
Het pakket van de PvdA heeft het grootste negatieve effect (-2,3%) op het bbp, terwijl dat van de VVD het bbp nagenoeg ongewijzigd laat. Het pakket van de PVV heeft als enige een positief effect van + 0,7%. Het lukt overigens bijna geen enkele partij om de overheidsschuld helemaal af te lossen.
Koopkracht in 2017
Alle maatregelen van 2013 tot 2017 hebben een wisselend effect op de koopkracht in de komende jaren. Bij de SP stijgt de koopkracht tot 3% in 2017, terwijl de koopkracht in de plannen voor het CDA daalt met -3¼%.
De koopkracht van laagste inkomens stijgt bij de SP met 6¼% meer dan van de hoogste inkomens. Bij de VVD blijft de koopkracht van de laagste inkomens juist 2% achter dan bij de hoogste inkomens.
Koopkracht uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden
De verschillen tussen partijen zijn ook goed te zien in de koopkracht voor uitkeringsgerechtigden. Deze gaat er in de plannen van de VVD met -6¼% op achteruit. Bij PvdA, SP en SGP hebben uitkeringsgerechtigden juist een betere koopkrachtontwikkeling dan werknemers.
De meeste partijen het stelsel van uitkeringen wel aan. Zo maakt de PvdA werkgevers financieel verantwoordelijk voor de eerste zes maanden van de WW-uitkering. De VVD en ChristenUnie verlagen de opbouw van de WW naar 0,5 en 0,75 maand per gewerkt jaar, waardoor het WW-volume daalt. VVD, CDA, D66, GroenLinks en SGP beperken de maximumduur van de WW-uitkering.
Gepensioneerden blijven 3½% in koopkracht achter bij werknemers als het pakket van GroenLinks wordt uitgevoerd. Maar gepensioneerden krijgen meer koopkracht dan werknemers bij het CDA, DPK en de PvdA.
Lonen van werknemers
Bij de meeste partijen liggen de contractlonen van werknemers lager. Dit komt door de oplopende werkloosheid, de vertraging van de economische groei en lagere prijzen.
Bij enkele partijen hebben lastenverhogingen een opwaarts effect op de lonen en prijzen. Dit speelt het meest bij GroenLinks. Bij de VVD daalt de arbeidsinkomensquote het meest. Dit komt door de lagere contractlonen. Bij SP en GroenLinks stijgt deze quote juist vanwege de hogere lonen.
AOW-leeftijd nog hoger
Acht van de tien partijen houden de AOW-leeftijd in 2040 op 68 jaar en 6 maanden. Maar de VVD gaat een stuk verder en verhoogt de AOW-leeftijd met ruim een jaar tot 69 jaar en 9 maanden.
De PVV verlaagt de AOW-leeftijd juist, terug naar 65 jaar. Bij de PvdA kan de AOW-leeftijd flexibel worden gekozen. De SP wil flankerend beleid voor mensen die eerder met pensioen willen, maar daardoor neemt de werkgelegenheid helaas wel af.
Ontslagbescherming en arbeidsproductiviteit
Werkgevers kunnen werknemers met een lang dienstverband moeilijker ontslaan en zijn daarom terughoudend om personeel aan te nemen. Hierdoor worden de mobiliteit en doorstroming op de arbeidsmarkt lager, waardoor een minder goede match ontstaat tussen mensen en banen. Dat heeft dan op termijn weer een negatief effect op de productiviteit, stelt het CPB.
De plannen voor ontslagbescherming lopen uiteen en daarmee ook het effect van hun plannen op de arbeidsproductiviteit. CDA, D66, SGP en GroenLinks houden vast aan de afspraken in het vijfpartijenakkoord, waarin het ontslagrecht wordt versoepeld.
Maar de PVV, SP en DPK verhogen het niveau van ontslagbescherming juist voor werknemers met een vast contract. Zij draaien de verruiming van het ontslagrecht weer helemaal terug.
De maatregelen van de VVD zijn gericht op een verdere versoepeling van het ontslagstelsel en dat leidt tot een licht hogere productiviteit. De ChristenUnie introduceert een verlengde opzegtermijn. Tijdens deze termijn dienen werknemer en werkgever zich gezamenlijk in te spannen voor het vinden van een andere baan. Als gevolg van dit voorstel stijgt het niveau van ontslagbescherming voor vaste contracten ten opzichte van het basispad.
De PvdA kiest voor één ontslagroute met een preventieve toets door een commissie van werkgevers en werknemers. Iedere werknemer heeft bij ontslag recht op een ontslagvergoeding. Deze vergoeding wordt gemaximeerd. Als gevolg van dit voorstel stijgt het niveau van ontslagbescherming voor vaste contracten.
Werkloosheid en werkgelegenheid
In de plannen van de SGP stijgt de werkloosheid in 2017 met 1,5%-punt, terwijl die met 0,5%-punt daalt bij de PVV.
Fiscale maatregelen van VVD, CDA en GroenLinks leiden tot meer werkgelegenheid en minder werkloosheid. In mindere mate geldt dit ook voor D66. De belastingmaatregelen van de SP werken averechts uit voor de werkgelegenheid. Door de hoge belastingdruk ontstaat minder werkgelegenheid en meer werkloosheid.
Ook bij de PvdA en de PVV daalt de werkgelegenheid, maar tegelijk neemt wel structurele werkloosheid af.
Onderwijs en innovatie
Zes van de tien partijen (GroenLinks, D66, PvdA, ChristenUnie, SGP en VVD) geven meer geld uit aan onderwijs. Maar alleen D66, VVD en PvdA bereiken met hun onderwijsbeleid op de lange termijn ook economische groei. GroenLinks geeft ook meer geld uit aan onderwijs, maar te weinig aan kansrijke maatregelen.
De onderwijsmaatregelen van SGP, CDA en SP, dragen maar heel weinig bij aan economische groei, terwijl de plannen van de PVV zelfs een klein negatief effect hebben op de groei.
Op terrein van innovatie zetten SP en D66 in op kansrijke maatregelen, door beperkte verlaging van subsidies en het afschaffen van de innovatiebox. Het innovatiebeleid van het CDA verandert weinig aan het bestaande beleid. De PVV bezuinigt maximaal en schaft daarmee effectieve beleidsinstrumenten af. Dit schaadt de welvaart op lange termijn, berekent het CPB.
Bezuiniging op ambtenaren
De ChristenUnie, DPK, VVD en SGP bezuinigingen meer op de arbeidsvoorwaarden in de collectieve sector. De PvdA en SP geven hier meer aan uit, ten opzichte van het basispad. Tot 2017 heeft de lagere werkgelegenheid in de collectieve sector een opwaarts effect op de werkloosheid. Op de langere termijn verdwijnen die effecten, berekent het CPB.
Alle partijen bezuinigen verder op het openbaar bestuur. Acht van de tien partijen kiezen voor de maximale ombuiging die het CPB de komende kabinetsperiode voor mogelijk houdt. Alleen de SGP en D66 blijven onder dit plafond. In de sociale zekerheid wordt door alle partijen voor miljarden omgebogen.
Basispakket zorg
Behalve de PVV, bezuinigen alle partijen fors op de zorg. Sommige partijen willen kosten besparen door het pakket van verzekerde zorg te verkleinen en meer prikkels neer te leggen bij de consument. Anderen kiezen voor bezuinigingen.