Hoewel de economie uitbundig groeit, bedroeg de inflatie in juni 2017 slechts 1 procent. Dat is een gelukje voor werkgevers, want met een beetje loonsverhoging gaan hun werknemers er al iets op vooruit.

Liever werk dan meer loon

In de praktijk groeien de lonen ook nauwelijks sneller dan de inflatie. Vakbonden wisselen een deel van hun looneisen in, als werkgevers maar zorgen dat banen behouden blijven. Het paradoxale is, dat de inflatie daardoor ook laag blijft. Dat komt omdat werknemers steeds maar een heel klein beetje extra te besteden hebben en dus niet zorgen voor veel extra bestedingen.

 

Achterblijvende loonontwikkeling
De werkloosheid kwam in juni uit op 4,9 procent. Volgens economische wetten zou je dan een reële loongroei moeten zien. Want personeel wordt schaars, dus zouden werkgevers meer moeten betalen om mensen te werven en te binden. Volgens Jesse Groenewegen, econoom bij RaboResearch Nederland, zou ‘verborgen’ werkloosheid wel eens de oorzaak kunnen zijn van de achterblijvende loonontwikkeling.

Daarom stijgen de lonen (nog) niet
Tijdens de crisis steeg de verborgen werkloosheid in Nederland veel meer dan in andere landen, stelt Groenewegen. Sommige werklozen haakten toen af, maar keren nu weer terug op de arbeidsmarkt. Deze groep omvat zo’n vijf procent van de bredere beroepsbevolking, terwijl nog eens vijf procent van de mensen met een baan, graag meer uren wil werken. Pas als werkgevers geen breed beroep meer kunnen doen op het arbeidsaanbod van deze groepen, kunnen de lonen verder stijgen.