Een overzicht van het HR-gehalte van de ministers.

Een nieuw kabinet treedt aan, met andere gezichten en ideeën. Natuurlijk verklaren alle bewindslieden hun trouw aan Koningin, vaderland en regeerakkoord. Maar hebben de nieuwe bewindpersonen ook iets met het HR-vakgebied? Personeelsnet geeft een overzicht.

Allereerst gaat de blik naar premier Balkenende. Deze leider van (alweer het vierde) kabinet met zijn naam, staat bij P&O-ers vooral bekend vanwege de grote hervormingen in de sociale zekerheid die onder zijn leiding tot stand kwamen. De WIA, het zorgstelsel, de levensloopregeling, versobering van de Arbowet en de nieuwe Arbeidstijdenwet: ze zijn allemaal in de vorige kabinetsperiode ingevoerd.

Vice-premier Bos gaat over de financiën en zal de komende jaren vooral de hand op de knip moeten houden. Vooral bij eventuele bezuinigingen, zal de P&O-er iets van zijn beleid merken. Rouvoet, eveneens vice-premier, gaat over jeugd en gezin. Van zijn hand zijn initiatieven te verwachten op het gebied van maatschappelijke stages en maatregelen om zorg en werk te combineren. De vrijheid voor (één van de) ouders om niet te werken, maar voor de kinderen te zorgen, zal ongetwijfeld ook zijn aandacht krijgen.

HR-professionals zullen de naam van minister Donner veel vaker terugzien. De voormalig minister van Justitie, keert nu terug als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als jurist kan Donner de, vaak zeer ingewikkelde, wetgeving van het departement goed aansturen.

Inhoudelijke betrokkenheid bij het werkterrein heeft de minister niet, maar hij was jaren geleden wel voorzitter van de Commissie Donner, die de regering in 2001 adviseerde over de WAO. Na alle hervormingen van Balkenende III kijken we er nu anders tegenaan, maar destijds ontstond beroering over het eindrapport, waarin Donner adviseerde om de WAO alleen nog toegankelijk te maken voor mensen die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt waren.
Staatssecretaris op het ministerie van SZW wordt Aboutaleb, prominent PvdA-lid en nu nog wethouder in Amsterdam. Hij gaat zich onder andere bezig houden met de realisering van participatiebanen.

Minister Ter Horst zal op het Ministerie van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk zijn voor de inkrimping van het overheidsapparaat, dat ten koste gaat van 15.000 ambtenarenbanen. De bedoeling is nog steeds dat de HR-functie bij de overheid, ook vanwege de bezuinigingen, samengaat in een rijksbreed HR-Shared Service center.

Professor Plasterk heeft meegeschreven aan het partijprogramma van de PvdA en wordt verantwoordelijk voor het onderwijs in Nederland. Bestuurders van Hogescholen en Universiteiten verwachten veel positiefs van deze geneticus, die bij het publiek vooral bekend is als kranten- en TV-columnist. Zijn taak zal ondermeer zijn om het onderwijs beter aan te laten sluiten op de werkpraktijk, zonder docenten en leerlingen met de zoveelste onderwijsvernieuwing op te zadelen.

Integratie en Wijkverbetering wordt de portefeuille van voormalig vakbondsbestuurder Vogelaar. Minister Vogelaar moet mensen in de oude wijken activeren om weer aan het werk te gaan. Daarvoor moet zij verloedering, discriminatie en andere belemmeringen zien tegen te gaan.

Minister van der Hoeven verhuist van Onderwijs naar Economische Zaken. Daar wordt zij ondermeer verantwoordelijk voor de verbetering van de informatievoorziening aan het bedrijfsleven, bijvoorbeeld via het bedrijvenloket. Minster Verburg van Landbouw was dochter van een melkveehouder, heeft een P&O-opleiding gedaan en een verleden als vakbondsbestuurder. Zij moet de krimpende landbouwsector door de stormen van de steeds lagere EU-subsidies loodsen.

CDA-Partij-ideoloog Klink gaat zijn eigen ideeën voor de nieuwe zorgverzekering verder fijnslijpen op het ministerie van Volksgezondheid. Klink is een vertrouweling en plaatsgenoot van de premier. Hiervoor was hij directeur van het wetenschappelijk bureau van het CDA.