Wel meer prikkels om aan het werk te gaan.

Het idee om werknemers zelf te laten sparen voor hun WW-uitkering, biedt weinig voordelen boven het huidige systeem. Het is in ieder geval geen wondermiddel tegen werkloosheid. Als werknemers zelf sparen voor een periode dat ze werkloos zijn, kunnen wel de premies omlaag en worden ze geprikkeld om weer snel aan het werk te gaan. Dat heeft het Centraal Planbureau (CPB) uitgezocht.

In het spaarsysteem doen werknemers een verplichte storting op een individuele spaarrekening voor werkloosheid. Daarnaast betalen werknemers nog een solidariteitspremie.

Wanneer een werknemer werkloos wordt, wordt de werkloosheidsuitkering uit de eigen spaarpot betaald. Als de spaarpot leeg is, krijgt de werknemer toch nog geld uit de collectieve voorziening. Wie met pensioen gaat, krijgt het spaargeld terug. Als er een negatief saldo is door langdurige werkloosheid, wordt dat kwijtgescholden.

Werkloosheid daalt
Door de introductie van spaar-WW daalt de werkloosheid wel, zo heeft het CPB berekend. Wie met een positief saldo wil eindigen, zal zo veel mogelijk zijn best doen om werkloosheid te vermijden, en snel weer een andere baan proberen te vinden.

Maar werknemers die vaker en langer werkloos zijn, hebben een lager levensinkomen dan onder de huidige WW. Dit treft dan vooral de lager opgeleiden, omdat zij relatief vaak en lang werkloos zijn.