Werkgever moet snelheidsbekeuring voor werknemer betalen
Tot 10 km per uur te hard is geen opzet, volgens rechter.
Postbedrijf TPG moet de boetes die één van zijn chauffeurs kreeg voor te hard rijden, zelf betalen. Volgens de rechter is een kleine snelheidsovertreding gauw gemaakt en moet de werkgever boetes betalen als een werknemer tot 10 km/u te hard rijdt. De rechtzaak was namens de chauffeur door vakbond ABVAKABO FNV aangespannen.
De TPG-chauffeur kreeg twee boetes voor overschrijding van de maximumsnelheid met 4 en 6 km per uur. De rechter vond dat de chauffeur niet met opzet te hard heeft gereden. Daarom moet de werkgever de boete betalen en niet de werknemer. ‘In zijn algemeenheid zal er bij een overschrijding van de maximumsnelheid tot 10 kilometer per uur geen sprake zijn van opzet of bewuste roekeloosheid’, zo oordeelt de rechter.
Bij een overschrijding van de maximumsnelheid van meer dan 10 kilometer kan de zaak anders liggen, dan kan er wel sprake zijn van opzet of bewuste roekeloosheid. Dan zou de werknemer schuld kunnen dragen en dus de boete zelf moeten betalen.
Volgens ABVAKABO FNV is de uitspraak belangrijk omdat de rechter nadere uitleg geeft over een wettelijke bepaling. Daarin staat dat de werkgever aansprakelijk is voor schade die de werknemer veroorzaakt, tenzij er sprake is van opzet. Nu blijkt dus dat een beperkte overtreding van de maximumsnelheid niet als ‘opzettelijk’ kan worden gezien. Daarmee is de uitspraak van belang voor alle werkgevers die werknemers laten rijden in een auto waarvan het kenteken op naam van de werkgever staat.