De hogere inflatie houdt aan en daarmee ook de druk op werkgevers om de lonen te laten stijgen. Maar werkgevers maken zich zorgen en benadrukken dat er alleen ruimte is voor duurzaam hogere lonen, als eerst de arbeidsproductiviteit verbetert. Actie is nodig, vinden de werkgevers, want de Nederlandse loongroei is nog steeds de hoogste van Europa.
Werkgeversorganisatie AWVN concludeerde in een tussenevaluatie van het cao-jaar 2024 al dat de gemiddelde loonafspraak nu op 5,7 procent ligt, terwijl in 2023 dit nog 7,1 procent was. Tegelijkertijd blijft de productiviteitsgroei achter, wat risico's meebrengt voor de concurrentiekracht van Nederlandse bedrijven, vooral in het mkb en de industrie.
Hogere lonen alleen als productiviteit stijgt
AWVN-directeur Raymond Puts waarschuwt dat de hoge loonstijgingen zonder voldoende productiviteitsverbetering op termijn onhoudbaar zijn. Volgens Puts moeten bedrijven en werknemers zich meer richten op het verhogen van de productiviteit door slimmer en efficiënter te werken. Anders dreigt een vicieuze cirkel waarbij hogere loonkosten leiden tot hogere prijzen, wat vervolgens de inflatie verder aanwakkert.
Volgens AWVN is het verhogen van de productiviteit de enige duurzame manier om zowel de winstgevendheid als de betaalbaarheid van lonen te waarborgen. Daarom is het zorgelijk dat vakbonden vooral inzetten op op koopkrachtverbetering, terwijl daar onvoldoende geld voor is in bedrijven. Hierdoor zijn werkgevers bang dat ze zonder verdere productiviteitsgroei uiteindelijk niet meer aantrekkelijk kunnen zijn op de krappe arbeidsmarkt.
Samen werken aan productiviteitsverhoging
Werkgevers vrezen ook dat de loonstructuur uit balans raakt door de vele gedifferentieerde loonstijgingen, waarbij personeel in lagere loonschalen soms meer loonsverhoging ontvangt dan hogere. Dit kan er zelfs toe leiden dat junioren hetzelfde verdienen als senioren, wat demotiverend kan zijn voor werknemers die promotie willen maken.
In hun Arbeidsvoorwaardennota voor 2025 stellen werkgevers productiviteitsgroei daarom centraal als belangrijkste cao-thema. Zij schetsen vier denklijnen voor productiviteitsverhoging: beloning, betere organisatie van werk, blijvend leren en investeren in de gezondheid van medewerkers.
Vier mogelijkheden voor extra productiviteit
Ten eerste pleiten de werkgeversverenigingen voor beloning op basis van de vooruitzichten van het bedrijf of de sector. Hierbij kunnen werknemers meeprofiteren van verhoogde productiviteit, bijvoorbeeld via winstdeling of aandelen. Daarnaast is het beter organiseren van werk een belangrijke pijler, onder meer door roosters te optimaliseren en werknemers actief te betrekken bij technologische innovaties.
Blijvend leren vormt de derde pijler; werkgevers willen investeren in basisvaardigheden zoals lezen en schrijven en de ontwikkeling van medewerkers minder vrijblijvend maken. Tot slot is het investeren in gezondheid en vitaliteit van medewerkers essentieel. Werkgevers willen afspraken maken over verlichting van de werkdruk om mentaal verzuim tegen te gaan.
Duurzaam inzetbaar door nieuwe technologie
AWVN ziet ook een belangrijke rol voor technologie, zoals kunstmatige intelligentie, om de productiviteit te verhogen. De werkgeversvereniging moedigt werkgevers als werknemers aan om te experimenteren met AI, wat cruciaal is om de Nederlandse economie concurrerend te houden.
In het gesprek tussen vakbonden en werkgevers ontstaat is ruimte voor duurzame inzetbaarheid, arbeidstijden en digitalisering. Want alleen door samen te werken aan productiviteitsverhoging, kunnen bedrijven sterker worden en ontstaat er ruimte voor verdere loonstijgingen die duurzaam en betaalbaar zijn, benadrukken de werkgevers.