Kritiek op kledingkeuze en piercings, maar ook tevredenheid.
Werkgevers zijn niet erg te spreken over de kleding van sommige MBO-stagiairs. Een petje, een zonnebril, piercings: ze zijn niet welkom bij stagebedrijven. Op de werkvloer worden ook het naveltruitje, een uitgesproken kledingstijl, korte broek of heel lage heupbroek niet gewaardeerd. Naast de kleding ergeren begeleiders zich ook aan laksheid met de werktijden, gamen, chatten of MSN-en in werktijd of muziek luisteren met een MP3-speler of walkman. Dit blijkt uit onderzoek van ECABO, het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen.
Opmerkelijk is dat de praktijkopleiders in het algemeen geen klachten hebben over hun stagiairs. De meesten kleden en gedragen zich naar tevredenheid van de begeleiders. Het merendeel van de stagiairs scoort positief op hun gedrag. Zij tonen respect, komen hun afspraken goed na, zijn beleefd genoeg en tonen waardering voor hun stageplek en hun begeleiding. Ze tutoyeren niet ongepast en zijn geïnteresseerd. De helft van de begeleiders vindt de mondigheid van hun stagiairs precies goed. Toch vindt daarnaast bijna eenderde dat mbo-stagiairs juist niet mondig genoeg zijn. Ziekmeldingen verlopen naar tevredenheid, ware het niet dat 1 op de 5 begeleiders vindt dat de stagekrachten zich te snel ziek melden.
Kleine bedrijven (tot 10 medewerkers) zijn kritischer dan grote bedrijven. Zo zijn praktijkopleiders bij kleine bedrijven negatiever over het dragen van een hoofddoekje of een zichtbare piercing. Van de kleine bedrijven heeft 70% geen regels op papier staan over uiterlijk en gedrag. Bij bedrijven tussen de 10 en 50 medewerkers heeft de helft geen regels vastgelegd.