Thuiswerken blijft voorlopig de norm, maar er zijn nou eenmaal werkzaamheden die niet thuis gedaan kunnen worden en waar 1,5 meter afstand moeilijk te handhaven is. In die gevallen kunnen werkgevers een veiligere werkomgeving bieden door preventief te testen. Minister De Jonge (VWS) wil preventief testen van werknemers zonder klachten nu beter mogelijk maken.
Om testen op het werk te stimuleren, heeft het kabinet een tijdelijke financiële regeling in het leven geroepen voor bedrijven, die hun werknemers preventief en zo nodig frequent willen laten testen als thuiswerken geen optie is. Werkgevers mogen daarbij geen druk uitoefenen op werknemers om zich te laten testen.
Testen door de arbodienst of bedrijfsarts
De financiële vergoeding geldt alleen voor het testen van werknemers wanneer thuiswerken geen optie is en 1,5 meter afstand houden – vanwege de aard van het werk – moeilijk is. Wanneer werkgevers preventief willen testen is het advies om dit twee keer per week te doen. De regeling vergoedt gevalideerde antigeensneltesten of testen waarbij werknemers zijn begeleid bij zelfafname.
Op termijn biedt de inzet van zelftesten perspectief en komt deze tijdelijke regeling weer vervallen. De verwachting is dat de eerste zelftesten in de loop van april beschikbaar komen.
Regeling tot eind mei 2021
De regeling is op 25 maart ingegaan en loopt tot en met 31 mei 2021, maar kan met een maand worden verlengd. Arbodiensten en BIG-geregistreerde artsen kunnen zich aanmelden voor deze regeling. Zij voeren vervolgens op aanvraag van de werkgevers de testen uit. Per test ontvangen zij een tegemoetkoming van € 20 excl. BTW.
Er was al een regeling om werknemers mét klachten bij de werkgever te laten testen. Maar de GGD-en hebben nu voldoende capaciteit om die testen uit te voeren, zodat daar sinds 19 maart geen gebruik meer van kan worden gemaakt.