Werving zien werkgevers nog nauwelijks als aandachtspunt. Waar ze echt zorgen over hebben is de vergrijzing. Want het personeelsbestand wordt ouder, ook omdat veel minder werkgevers nog nauwelijks nieuw personeel zullen aannemen.
Dat blijkt uit de jaarlijkse enquête onder bezoekers van de UWV Werkgeverscongressen. Bijna 2000 werkgevers hebben de enquête ingevuld. Voor het derde achtereenvolgende jaar heeft UWV de bezoekers aan de congressen gevraagd naar hun verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en hun houding tegenover het aannemen van mensen met een arbeidshandicap.
Werving is geen zorgpunt meer
Op de vraag ‘Wat is volgens u de belangrijkste uitdaging voor uw bedrijf in de komende jaren?’, scoort vergrijzing met 45 procent het hoogst. Dat is meer dan vorig jaar, toen 40 procent zorgen had over het ouder wordende personeelsbestand.
Behoud van personeel (26 procent) en opleiden (19 procent) hebben duidelijk minder aandacht. Werving wordt door slechts 12 procent genoemd. Vorig jaar vond nog 17 procent werving de belangrijkste uitdaging.
Vraag naar personeel neemt af
De uitkomsten van de enquête laten zien dat werkgevers negatiever zijn over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt dan een jaar geleden. Slechts 29 procent verwacht een toename van de vraag naar personeel in 2013.
Vorig jaar dacht nog bijna de helft van de mensen dat de vraag naar mensen zou toenemen. 26 procent van de werkgevers verwacht een afname van de vraag naar personeel (vorig jaar 22 procent) en 45 procent denkt dat er geen grote veranderingen zullen zijn.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
In de enquête is ook gevraagd naar het aannemen van mensen met een arbeidsbeperking. Als werkgevers dit zouden doen, dan is dat vooral uit oogpunt van maatschappelijk ondernemen: meer dan de helft (53 procent) noemt dit als belangrijkste reden.
Een goede tweede reden die wordt genoemd zijn de specifieke kwaliteiten van deze mensen (21 procent). Financiële voordelen zijn voor weinigen reden om deze mensen aan te nemen (15 procent) en hetzelfde geldt voor persoonlijke betrokkenheid (11 procent).