Functies blijven gemiddeld negen jaar bezet.

Werknemers bleken in 2006 vaker uit zichzelf te vertrekken bij hun werkgever. Was in 2005 ontslag nog de voornaamste reden om van baan te veranderen, vorig jaar was het in de meeste gevallen juist de werknemer die koos voor een andere werkgever. Dit blijkt uit de Arbeidsmarktmonitor van marktonderzoeksbureau Heliview, een jaarlijks onderzoek onder duizend P&O managers dat het arbeidsproces van Nederlandse bedrijven in kaart brengt.

Het aantal werknemers dat op eigen initiatief van werkgever veranderde (65%) nam in 2006 toe met ruim 20% ten opzichte van 2005 (43%). Ondanks dat de werknemer vaker uit zichzelf vertrekt, is het totale personeelsverloop in 2006 vrijwel gelijk gebleven. Gemiddeld was de uitstroom opnieuw ruim 10%.

Bedrijven hebben gemiddeld meer nieuwe mensen aangenomen dan dat er zijn vertrokken. De toegenomen instroom en het bijna constante verloop heeft geleid tot een verdere groei van het aantal werknemers met ruim 118.000.

In 2006 waren er dubbel zo veel (40%) werkgevers die problemen hadden met het invullen van vacatures ten opzichte van 2005. Dat komt omdat er behoefte is aan werknemers met specifieke kennis. Meer dan de helft van de bedrijven verwacht in de komende drie jaar problemen te krijgen met het invullen van openstaande vacatures.

Even trouw
Volgens Heliview is het niet zo dat de huidige werknemer minder trouw is geworden of korter bij de werkgever blijft dan vroeger. De gemiddelde doorlooptijd van een functie is vergelijkbaar met een jaar eerder (circa 9 jaar). Technische medewerkers zijn het langst werkzaam binnen hetzelfde bedrijf terwijl secretaresses, receptionistes en marketing- en communicatiemedewerkers beduidend sneller van functie wisselen.