Wijziging transitievergoeding berekenen voor flexkrachten

De transitievergoeding bij ontslag is gebaseerd op het door de werknemer verdiende loon. Als dat loon niet altijd vaststaat omdat de arbeidsduur wisselt, moet het gemiddelde over de afgelopen 12 maanden berekend worden. Maar ziekte verlof en afwezigheid door staking, mag u niet meetellen.

De Regeling looncomponenten en arbeidsduur is onlangs aangepast, omdat onduidelijk was hoe het gemiddelde loon van flexkrachten precies moest worden berekend voor de hoogte van de transitievergoeding. In de regeling staan voorwaarden voor het berekenen van de transitievergoeding en de vergoeding die een werkgever moet betalen als hij zich niet houdt aan de aanzegtermijn bij het aflopen van tijdelijke arbeidsovereenkomsten.

De wijziging van de Regeling looncomponenten en arbeidsduur is in de Staatscourant gepubliceerd.

Soms voorafgaande maand betrekken
Voor de berekening van de transitievergoeding geldt de gemiddelde arbeidsduur in de 12 maanden die voorafgaan aan het einde van het contract. Als het laatste contract korter duurde dan 12 maanden, moet u de gemiddelde arbeidsduur over de duur van dat contract berekenen. Perioden waarin de werknemer niet werkte door ziekte, verlof of staking, mag u niet meetellen (omdat dan het gemiddelde loon omlaag zou gaan).

Als de werknemer bij elkaar opgeteld in totaal 30 dagen of langer niet heeft gewerkt door verlof, staking of ziekte, moet de periode waarover de gemiddelde arbeidsduur wordt berekend met een kalendermaand worden ‘voorverlengd’. U moet dan de maand meetellen die vooraf gaat aan de periode waarover u de arbeidsduur berekent. Voorwaarde is wel, dat er in die maand ook geen afwezigheid was vanwege ziekte, verlof of staking. Voorverlenging met nog een kalendermaand is aan de orde als de werknemer langer afwezig is geweest met nog eens 30 dagen.

Onder een ‘maand’ wordt hier een kalendermaand verstaan. Omdat een kalendermaand zowel een periode van 28, 29, 30 of 31 dagen kan inhouden, was de huidige regeling onvoldoende duidelijk en is hij gewijzigd.

Voorbeeld ter verduidelijking
In de toelichting bij de wijziging, is in de Staatscourant een voorbeeld opgenomen:

Een werknemer heeft een oproepcontract van twee jaar dat eindigt op 31 december 2015. Zijn arbeidsovereenkomst wordt op initiatief van de werkgever niet verlengd waardoor hij recht krijgt op een transitievergoeding. De werkgever moet de gemiddelde arbeidsduur berekenen over de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015. Maar als de perioden van verlof, staking en ziekte samen 30 dagen of langer zijn, dient voorverlenging plaats te vinden.

De werknemer is in deze periode 30 dagen ziek geweest en heeft 21 dagen verlof (3 weken vakantie) opgenomen. Nu deze periode van ziekte en verlof in totaal 51 dagen bedraagt, dient voorverlenging plaats te vinden met in dit geval één kalendermaand. Dit betreft de maand december van 2014 (de kalendermaand direct voorafgaand aan 1 januari 2015). De maand november 2014 blijft buiten beschouwing, omdat het resterende aantal dagen 21 bedraagt.

MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor de gratis HR-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 454 exclusieve vakartikelen en 284 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?