Is de werkgever aansprakelijk als een Poolse werknemer die gras langs de snelweg moest maaien, zijn beide enkels breekt nadat hij van de treeplank is gesprongen van een rijdende auto? Of is er sprake van roekeloosheid van de werknemer, omdat de werkgever duidelijke veiligheidsinstructies heeft, weliswaar alleen in het Nederlands? En hoe geloofwaardig is het verweer van de werkgever als de rechter constateert dat de treeplank door de werkgever zelf aan de auto is gemonteerd? Is het dan aannemelijk, dat die treeplank niet bedoeld is om op te staan, maar om de maaimachine op te zetten? De kantonrechter zocht een antwoord op deze vragen en kwam tot een oordeel.
Werkgevers hebben een zorgplicht voor hun personeel, zoals is beschreven in Artikel 658 Burgerlijk Wetboek Boek 7. Dit artikel bepaalt dat werkgevers verantwoordelijk zijn voor de schade die werknemers oplopen tijdens hun werk. Die verantwoordelijkheid is er niet als de werkgever kan aantonen dat aan de zorgplicht is voldaan of dat de schade voornamelijk te wijten is aan opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
Verantwoordelijk voor veiligheid werkomgeving
Vanwege die zorgplicht is de werkgever verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de werkomgeving. Werkgevers moeten maatregelen nemen om te voorkomen dat werknemers letsel oplopen tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden. Dit kan door instructies te geven over veilig werken en de werknemer te beschermen door passende veiligheidsmaatregelen te nemen. Werkgevers moeten er ook voor zorgen dat voldoende veiligheidsmateriaal op de werkplek beschikbaar is en dat werknemers dit op de juiste manier gebruiken. Werknemers moeten de instructies opvolgen en gebruik maken van de middelen die beschikbaar worden gesteld.
Bij een bedrijf dat maaiwerkzaamheden langs de A59 uitvoerde, ging het mis toen een Poolse werknemer van een treeplank sprong en daarbij beide enkels brak. De werkgever beweert dat de werknemer tegen de werkinstructies handelde en dat hij daarom zelf verantwoordelijk was voor zijn eigen veiligheid. Maar volgens de werknemer waren de werkinstructies veel te algemeen; bovendien waren ze alleen in het Nederlands opgesteld, waardoor hij ze niet goed begreep. Na het ongeval viel de werknemer uit en ontving tijdens zijn herstel daarna nog maar 70 procent van zijn salaris, het wettelijk minimum. Omdat hij ook nog schade had opgelopen, die de werkgever niet wilde betalen, heeft de werknemer een rechtszaak aangespannen.
Boete voor doe-het-zelf treeplank zonder instructie
Tijdens de rechtszaak, stellen de twee directeuren dat de werkinstructies niet te algemeen zijn. Ze beamen wel dat zij de werknemers niet expliciet hebben gewezen op het gevaar van de treeplank (die het bedrijf zelf aan de auto had gemonteerd) en het juiste gebruik ervan. Ook erkennen zij dat het bedrijf geen RI&E met Plan van Aanpak op schrift had staan, terwijl dit wettelijk wél is verplicht. De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft onderzoek gedaan naar het ongeval en een boeterapport opgesteld. In de stukken van de rechtbank zit een foto die de Arbeidsinspecteur heeft gemaakt van de doe-het-zelf treeplank (zie nummer 1 op de foto hieronder).
Volgens de werkgever was de treeplank niet bedoeld om op te staan, wat je wel zou denken van een treeplank, maar om de 8 kilo zware maaimachine op te zetten. De directeuren stellen dat de werknemer dat had kunnen weten omdat het ‘levensgevaarlijk’ zou zijn om op een treeplank te staan van een langzaam rijdende auto. Maar de rechter acht dat niet geloofwaardig en verwijst naar vuilniswagens waar ook medewerkers op een treeplank staan zonder dat dit als levensgevaarlijk wordt beschouwd.
Geen sprake van roekeloosheid van de werknemer
De rechtszaak spitst zich toe op de vraag of in dit geval sprake is van bewuste roekeloosheid van de werknemer. Van bewust roekeloos handelen is sprake als de werknemer zich direct voorafgaand aan het ongeval daadwerkelijk bewust is geweest van het roekeloze karakter van zijn gedraging (Hoge Raad 20 september 1996, NJ 1997, 198). Maar het is niet bewezen dat de werknemer besefte dat zijn handelen gevaarlijk was en hij daarmee dus bewust roekeloos heeft gehandeld.
De werknemer is op de treeplank gaan staan om sneller de berm te kunnen maaien. Hij was zodoende al eerder die dag van de treeplank gevallen, maar had daarbij geen letsel opgelopen. De kantonrechter acht het daarom begrijpelijk dat de werknemer niet besefte dat deze handelswijze gevaarlijk was. Ook zijn collega, die de auto bestuurde, heeft geen opmerkingen gemaakt over deze methode van werken. Bovendien heeft de werkgever van uit de zorgplicht daarover ook geen instructies gegeven, zodat de werknemer niet kon weten dat hij gevaar liep.
Werknemer krijgt gelijk, directeuren privé aansprakelijk
In de uitspraak van de Kantonrechter geeft zij de werknemer gelijk. De werkgever is aansprakelijk voor het ongeluk en de schade die is ontstaan en voor de eventuele gevolgschade. Voor nu moeten zij alleen de proceskosten betalen, maar met dit vonnis in de hand kan de werknemer een schadeclaim indienen. Omdat de werkgever destijds de vorm had van een Vennootschap onder Firma (VOF), zijn de directeuren daarvoor hoofdelijk aansprakelijk.