Door oplopende rente en betere beleggingsresultaten, zijn de meeste pensioenfondsen uit de gevarenzone. Slechts vier fondsen moeten wellicht de uitkering korten van 5 duizend gepensioneerden.

Vorig jaar veroorzaakte de toenmalige minister van SZW, Donner, paniek in Nederland. Want de dekkingsgraden van pensioenfondsen waren zo belabberd, dat Donner wilde ingrijpen in de pensioenuitkeringen. De fondsen met een te lage dekkingsgraad moesten herstelplannen inleveren bij De Nederlandsche Bank, die toezichthouder is op de pensioenfondsen.

Herstel door twee goede maanden
Naar nu blijkt, is de situatie van de pensioenfondsen in enkele maanden tijd aanzienlijk verbeterd. Want bij vrijwel alle Nederlandse fondsen ligt het herstel van de dekkingsgraad op schema of daarboven, meldt de Pensioenfederatie. De fondsen konden de toezichthouder daarom positieve berichten sturen over het verloop van hun herstelplannen.

Vooral in de laatste twee maanden van 2010 zaten de dekkingsgraden stevig in de lift, door de gestegen rente en gunstige ontwikkelingen op de financiële markten. Dit positieve effect werd wel wat afgeremd doordat de fondsen nu rekening moeten houden met de hogere levensverwachting van gepensioneerden.

Vier fondsen nog wel in de problemen
Er zijn enkele uitzonderingen op dit positieve algemene beeld. Zo heeft een aantal fondsen minder geprofiteerd van de gestegen rente omdat het renterisico was afgedekt. Vier fondsen moeten vanaf 1 april 2012 daarom misschien in de pensioenuitkeringen snijden, soms ook in combinatie met een premieverhoging.

Het gaat in totaal om 90.000 betrokkenen, waaronder circa 5.000 gepensioneerden. Dat is minder dan een procent van de totale populatie van pensioenfondsen. De betrokken fondsen hebben hun eigen deelnemers en gepensioneerden geïnformeerd of zijn daarmee bezig. Als de fondsen tussentijds voldoende herstellen, kunnen kortingen misschien achterwege blijven.

Het betreft de volgende fondsen:

1. Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Vlees- en Vleeswarenindustrie en de Gemaksvoedingsindustrie (VLEP);
2. Stichting Pensioenfonds Cultuur;
3. Pensioenfonds Royal Leerdam en
4. Stichting ISS Pensioenfonds.