Diversiteitsbeleid opnemen in opleidingen voor P&O-ers.
Niet iedere werkgever zorgt even goed voor zijn homoseksuele werknemers. Vooral in kleine bedrijven, maar ook bij de overheid, wordt te weinig aandacht gegeven aan de problemen die homo’s op de werkvloer kunnen ervaren. Daarom moet er weer diversiteitsbeleid komen, ook gericht op homo’s. Opleidingen voor managers en personeelsfunctionarissen moeten ook meer aandacht besteden aan het onderwerp. Dat staat in de beleidsvisie van belangenorganisatie COC die de ministers Bos, Rouvoet en Plasterk vrijdag 1 juni in ontvangst namen.
Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2006 van TNO, blijkt dat 10 procent van de werknemers wel eens gediscrimineerd wordt op grond van zijn/haar seksuele gerichtheid; bij mannen iets vaker dan bij vrouwen; bij jongeren iets vaker dan bij ouderen. Als ongunstige sectoren staken vooral het openbaar bestuur (13,8 %), vervoer- en communicatie (13,2 %) en de horeca (12,7 %) er bovenuit.
Direct contact, meer agressie
Vooral homo’s die direct contact hebben met anderen in de samenleving (onderwijs, politie, dienstverlening, zorg en welzijn) ervaren dat de tolerantie afneemt. Zij hebben te maken met discriminatie en agressie bij leerlingen of cliënten.
Opmerkelijk is dat het management dat niet als beleidsprobleem ziet, maar als probleem van het individu zelf. Ook blijken collega’s niet altijd solidair.
Roze netwerken
Grote bedrijven doen het nodige aan diversiteitsbeleid. Daar bestaan vaak ‘roze netwerken’ die door het bedrijf worden ondersteund. Een goed initiatief, vindt het COC, en een teken dat deze bedrijven serieus werk maken van het bevorderen van gelijke rechten voor alle werknemers.
Wel zouden de netwerken zich moeten verbreden naar ‘empowerment’ van de homowerknemer en beleidsbeïnvloeding als het gaat om homospecifieke zaken. Zo kan het functioneren en de individuele ontplooiing van de betrokken werknemers worden vergroot.
Diversiteitsbeleid
Bij het MKB, maar ook bij de overheid, bestaan dergelijke netwerken niet. Bovendien wordt daar maar weinig gedaan aan diversiteitsbeleid. Het COC begrijpt best dat er bij het MKB aanzienlijke weerstand bestaat tegen ‘nóg meer administratieve rompslomp’. Maar van de overheid verwacht de belangenorganisatie dat die toch wel het goede voorbeeld geeft.
Het MKB zou baat kunnen hebben bij positieve ervaringen van grotere bedrijven, door bijvoorbeeld positieve werkwijzen over te nemen. Dat heeft ook meer effect dan diversiteitsbeleid alléén. Dat blijft te vaak op bestuursniveau en bij het hogere management steken, terwijl iedereen met positieve voorbeelden praktisch aan de slag kan.
Opleidingen
Het COC stelt een breed scala aan maatregelen voor om discriminatie van homoseksuele werknemers tegen te gaan. Daarbij moet de overheid diversiteitsbeleid stimuleren, en dan zelf als werkgever wel het goede voorbeeld geven.
Bedrijven en instellingen moeten hun managers, personeelsfunctionarissen en vertrouwenspersonen bijscholen op het voorkòmen van discriminatie. Ook in de opleiding van personeelsfunctionarissen moet meer aandacht komen voor de positie van homo’s op de werkvloer.