Het vak van manager wordt ernstig onderschat, vindt een meerderheid van de Nederlandse managers. Na een promotie tot manager, voelt ruim vier van de tien zich niet genoeg ondersteund. Ze zouden graag een mentor hebben of overleggen met andere managers binnen de organisatie.
Dat blijkt uit het jaarlijks terugkerende Nationaal Managementonderzoek van opleidingsinstituut ISBW, uitgevoerd onder meer dan 500 Nederlandse managers. Uit het onderzoek blijkt dat (jonge) managers vaak de mogelijkheid tot ontwikkeling in het managementvak missen.
Te weinig ondersteuning
Ruim vier van de tien managers (43%) voelt zich niet voldoende ondersteund na de promotie tot manager. Bovendien heeft eenzelfde deel van de managers geen opleiding gevolgd om hun vaardigheden als manager te verbeteren of te ontwikkelen.
De overstap van teamlid naar manager blijkt vooral voor jonge managers onder de 35 jaar een uitdaging, met 37% die deze overgang als moeilijk ervaart. In vergelijking, 22% van de managers boven de 55 jaar vindt deze overgang nog steeds uitdagend.
Manager wordt niet op waarde geschat
Vooral de onderschatting van het managementvak lijkt een probleem, met 60% van de managers die aangeven dat hun rol niet naar waarde wordt geschat. De voornaamste redenen voor managers om voor die functie te kiezen zijn:
Veel managers missen ondersteuning bij hun start, met 28% die aangeeft een mentor te missen en 25% die behoefte had aan een sparringgroep binnen de organisatie. Andere gemiste kansen zijn de ervaring in het omgaan met moeilijke personeelssituaties (24%) en de mogelijkheid om een relevante managementcursus te volgen (18%). Jonge managers onder de 35 jaar misten vooral vakinhoudelijke opleidingen (26%) en managementcursussen (35%).
Samengevat: deze belemmeringen ervaren managers bij hun ontwikkeling |
|
|
|
|
|
|
|
|
|