Het kabinet heeft een noodpakket aangekondigd om bedrijven en zzp’ers overeind te houden tijdens de coronacrisis. De bedoeling is dat daarmee ook banen en inkomens van medewerkers worden beschermd. Door de maatregelen, kunnen bedrijven hun personeel doorbetalen en krijgen zelfstandigen een uitkering. Voor het noodpakket zijn miljarden euro’s beschikbaar.
De ministers en staatssecretarissen van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Financiën en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) hebben het pakket dinsdag 17 maart 2020 aan de Tweede Kamer aangekondigd bovenop economische maatregelen die donderdag 12 maart al zijn genomen vanuit het kabinet.
Waar kunnen ondernemers terecht? Het noodpakket wordt verder uitgewerkt. In de komende dagen wordt bekend gemaakt waar ondernemers precies terecht kunnen.
Banken kunnen aanmeldingen voor de verruimde kredietregelingen (BMKB en GO) bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland doen, de uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ondernemers melden zich hiervoor bij hun kredietverstrekker.
Voor de belastingmaatregelen kunnen ondernemers terecht bij de Belastingdienst Zakelijk via Belastingdienst.nl/coronavirus.
De regelingen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden zo spoedig mogelijk opengesteld.
Bij andere vragen over het coronavirus kunnen bedrijven kijken op Rijksoverheid.nl/coronavirus of op het RIVM. Of ga naar de website van de Kamer van Koophandel. U kunt met vragen ook bellen met het adviesteam van de Rijksoverheid via 0800 - 2117.
|
Noodpakket voor de eerste drie maanden
Om de verspreiding van het coronavirus te controleren, neemt het kabinet harde maatregelen die de economie treffen. Om de pijn daarvan te verzachten, biedt het kabinet nu financiële steun om banen te behouden en ondersteuning te bieden aan zzp’ers en bedrijven in getroffen sectoren zoals de horeca en de culturele sector. Om goed in te kunnen spelen op ontwikkelingen geldt dit noodpakket voor de komende drie maanden.
Het kabinet blijft in gesprek met werkgevers, vakbonden, bedrijven en financiers om de noodzakelijke aanpassingen te kunnen doen als de situatie daarom vraagt. Voorlopig is tot wel 90 miljard euro beschikbaar, door de staatsschuld op te laten lopen. Omdat er nu nog een overschot is op de begroting, hoeft het kabinet niet meteen te bezuinigen.
Dit zijn de maatregelen van het Noodpakket coronacrisis:
|
1. Noodmaatregel vervangt Werktijdverkorting WTV De bestaande regeling voor werktijdverkorting (WTV) wordt ingetrokken en vervangen door een tijdelijke noodmaatregel die meer tegemoetkoming biedt en eenvoudiger is aan te vragen.
Een ondernemer die omzetverlies verwacht (minimaal 20%) kan bij het UWV voor een periode van drie maanden een tegemoetkoming in de loonkosten aanvragen (maximaal 90% van de loonsom, afhankelijk van het omzetverlies). UWV zal een voorschot verstrekken van 80% van de gevraagde tegemoetkoming. Hierdoor kunnen bedrijven hun personeel blijven doorbetalen.
Bij de aanvraag committeert de werkgever zich vooraf aan de verplichting géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor werknemers gedurende de periode waarover de tegemoetkoming ontvangen wordt. Werkgevers betalen het loon volledig door aan de betrokken werknemers. De regeling geldt ook voor werknemers met een flexibel contract als zij tenminste in dienst blijven gedurende de aanvraagperiode. Werkgevers kunnen zo dus ook werknemers met flexibele contracten in dienst houden.
Ook uitzendbureaus kunnen voor uitzendkrachten die bij hen in dienst zijn een aanvraag indienen. Het kabinet roept werkgevers dan ook op om werknemers zoveel mogelijk in dienst te houden voor de uren die zij werkten.
Deze Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) wordt zo spoedig mogelijk opengesteld en is de vervanger van de huidige regeling werktijdverkorting. Hiervoor kunnen bij SZW per direct geen nieuwe aanvragen meer voor worden ingediend. Aanvragen die al zijn gedaan, maar nog niet afgehandeld blijven geldig, maar worden afgehandeld in de nieuwe regeling. Het kan zijn dat wel nieuwe informatie wordt opgevraagd. Ondernemers kunnen de tegemoetkoming aanvragen voor een omzetdaling vanaf 1 maart.
De NOW gaat veel geld kosten, zowel voor de regeling zelf als voor de uitvoeringskosten. Als een kwart van de werkgevers een aanvraag doet voor gemiddeld 45 procent van hun loonsom, dan zijn de verwachte uitgaven 10 miljard euro in de eerste 3 maanden. Is het aantal aanvragen of de omvang van de aanvragen hoger, dan koste de regeling nog meer.
|
2. Compensatie hogere WW-premie bij veel overwerk Sinds 1 januari 2020 moeten werkgevers volgens de WAB met terugwerkende kracht de hoge WW-premie afdragen voor vaste werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt. Maar tijdens de coronacrisis is in sommige sectoren veel extra overwerk nodig (bijvoorbeeld in de zorg). Het kabinet zal daarom een regeling voorbereiden om dit onbedoelde effect voor 2020 op te heffen.
|
3. Uitstel addendum arbeidsovereenkomst naar 1 juli 2020 Werkgevers hebben normaal gesproken nog tot 1 april 2020 de tijd om voor werknemers een vaste arbeidsovereenkomst (of addendum) op te stellen, voor de lage WW-premie. Maar de komende weken is het niet voor alle werkgevers praktisch mogelijk om aan die voorwaarde te voldoen. Daarom wordt deze termijn verlengd tot 1 juli 2020. Het coulanceregime voor werknemers die uiterlijk 31 december 2019 voor onbepaalde tijd in dienst waren, geldt daarmee tot en met 30 juni 2020.
|
4. Noodloket voor ondernemers Er komt een noodloket voor ondernemers die direct zijn getroffen door overheidsmaatregelen voor de coronacrisis en die hun omzet daardoor geheel of grotendeels zien verdwijnen. Zij krijgen een eenmalig forfaitair bedrag van 4000 euro voor de periode van drie maanden. Dit geldt alleen voor ondernemingen die het grootste deel van hun activiteiten noodgedwongen moeten staken zoals de horeca, of voor bedrijven die mogelijk in de problemen komen vanwege de 1,5 meter afstandseis (zoals kappers en schoonheidssalons).
Zij zien hun inkomsten grotendeels teruglopen, terwijl hun vaste lasten intussen gewoon doorlopen en hun uitgaven in veel gevallen al gedaan zijn. Deze inkomsten kunnen bovendien moeilijk worden ingehaald wanneer de virusuitbraak achter de rug is. Eis is wel dat het ondernemingen betreft met een fysieke inrichting buiten het eigen huis. De tegemoetkoming moet nog verder worden uitgewerkt.
|
5. Extra ondersteuning speciaal voor zzp’ers Zelfstandigen kunnen voor een periode van drie maanden, via een versnelde procedure, aanvullende inkomensondersteuning op bijstandsniveau krijgen voor levensonderhoud. Deze vult het inkomen aan tot het sociaal minimum en hoeft niet te worden terugbetaald. Er is in deze tijdelijke bijstandsregeling voor zelfstandig ondernemers geen sprake van een vermogens- of partnertoets. Ondersteuning volgens deze tijdelijke regeling is ook mogelijk in de vorm van een lening voor bedrijfskapitaal, tegen een verlaagd rentepercentage.
Het betreft hier een aanvullende regeling die gebaseerd is op het al bestaande Besluit bijstandverlening zelfstandigen (BBZ). Maar de nieuwe regeling kent straks soepeler voorwaarden:
- Zo wordt de toets op levensvatbaarheid niet toegepast, waardoor een snelle behandeling van aanvragen mogelijk is.
- Binnen 4 weken wordt voor een periode van maximaal 3 maanden inkomensondersteuning voor levensonderhoud verstrekt. Nu kan dat nog 13 weken duren. Daarbij kan de gemeente ook een voorschot geven. De hoogte van de inkomensondersteuning is afhankelijk van het inkomen en de huishoudsamenstelling en bedraagt maximaal ca. 1500 euro per maand (netto).
- De versnelde procedure geldt ook voor aanvragen voor een lening voor bedrijfskapitaal tot maximaal 10.157 euro. Bij de verstrekking van een lening voor bedrijfskapitaal wordt een mogelijkheid tot uitstel van de aflossingsverplichting opgenomen. Ook geldt een lager rentepercentage dan in de huidige regeling.
- De inkomensondersteuning voor levensonderhoud wordt ‘om niet’ verstrekt; de ondernemer weet dus zeker dat deze niet later terugbetaald hoeft te worden. Er is geen vermogens- of partnertoets.
Zzp’ers in problemen kunnen zich melden bij hun gemeente, maar nog niet direct omdat de regeling nog wordt uitgewerkt. Daarbij zal ook worden gekeken hoe een grotere toestroom van aanvragen op snelle en zorgvuldige wijze behandeld kan worden en wat daar verder voor nodig is. Het kabinet doet een beroep op zelfstandige ondernemers om slechts gebruik te maken van de regeling als dat echt nodig is.
|
6. Versoepeling uitstel van betaling belasting en verlaging boetes Getroffen ondernemers kunnen eenvoudiger uitstel van belasting aanvragen. De Belastingdienst stopt de invorderingen dan direct. Dit geldt voor de inkomsten-, vennootschaps-, loon- en omzetbelastingen (btw). Eventuele verzuimboetes voor het niet op tijd betalen, hoeven niet te worden betaald. Het is bovendien niet meer nodig om meteen bewijsmateriaal mee te sturen. Daar krijgt de ondernemer langer de tijd voor.
De invorderingsrente die normaal gesproken ingaat na het verstrijken van de betalingstermijn wordt tijdelijk verlaagd van 4% naar bijna 0%. Dit geldt voor alle belastingschulden. Ook het tarief van de belastingrente gaat tijdelijk naar bijna 0%. Deze verlaging zal gelden voor alle belastingen waarvoor belastingrente geldt. Het kabinet zal de belastingrente zo snel mogelijk aanpassen. Omdat het uitvoeringstechnisch niet mogelijk is het percentage daadwerkelijk naar 0% te verlagen, wordt het percentage (tijdelijk) vastgesteld op 0,01%.
|
7. Wijzigen van de voorlopige aanslag Ondernemers betalen nu belasting op basis van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Als zij een lagere winst verwachten door de coronacrisis, kunnen ondernemers een verzoek indienen voor een verlaging van de voorlopige aanslag. Deze verzoeken zullen door de Belastingdienst worden ingewilligd. Daardoor gaan ondernemers meteen minder belasting betalen. Wanneer het bedrag van de nieuwe voorlopige aanslag lager is dan de belasting die de ondernemer in de eerste maanden van dit jaar al heeft betaald, krijgt de ondernemer het verschil uitbetaald.
|
8. Verruiming ondernemersfinanciering
- Ondernemingen die problemen ondervinden bij het verkrijgen van bankleningen en bankgaranties kunnen gebruik maken van de Garantie Ondernemersfinanciering-regeling (GO). Het kabinet gaat het garantieplafond van de GO te verhogen van 400 miljoen naar 1,5 miljard euro. Met de GO helpt EZK zowel het MKB als grote ondernemingen door middel van een 50% garantie op bankleningen en bankgaranties, (minimaal 1,5 miljoen – maximaal 50 miljoen euro per onderneming). Het maximum per onderneming wordt tijdelijk verruimd naar 150 miljoen euro. Het Kabinet committeert zich om alle garantieruimte te verstrekken die nodig is.
- Het kabinet heeft eerder al aangekondigd een tijdelijke faciliteit onder de BMKB op te stellen voor mkb-bedrijven die getroffen zijn door de uitbraak van het coronavirus. Onder de tijdelijke maatregel van de BMKB worden financieringen met een verhoogd borgstellingskrediet van 50% naar 75% mogelijk. Financiers (vooral banken) kunnen daardoor gemakkelijker en sneller krediet verruimen waardoor meer mkb-bedrijven eerder meer geld kunnen lenen.
- Microkredietenverstrekker Qredits financiert en coacht een grote groep kleine en startende ondernemers, die via de bank vaak moeilijk aan financiering komen. Te denken valt aan ondernemers in de horeca, detailhandel, persoonlijke verzorging, de bouw en zakelijke dienstverlening. Qredits stelt een tijdelijke crisismaatregel open: voor kleine ondernemers die geraakt worden door de coronaproblematiek wordt uitstel van aflossing aangeboden voor de duur van zes maanden en de rente gedurende deze periode automatisch verlaagd naar 2%. Het kabinet ondersteunt Qredits voor deze maatregel met maximaal 6 miljoen euro.
|
9. Tijdelijk borgstelling voor land- en tuinbouwbedrijven Voor de land- en tuinbouwbedrijven komt er een tijdelijke borgstelling voor werkkapitaal onder de regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL). Daarmee staat het kabinet borg voor de kredieten van agrarisch ondernemers. Het kabinet streeft ernaar om deze tijdelijke verruiming van de BL spoedig open te kunnen stellen.
|
10. Overleg over lokale belasting en cultuursector Het kabinet gaat in overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over de mogelijkheid om (voorlopige) lokale aanslagen aan ondernemers stop te zetten en al opgelegde aanslagen aan bedrijven in te trekken. Het gaat hierbij in het bijzonder om de toeristenbelasting.
Ook is het Rijk met de cultuursector in overleg om te bekijken of er extra maatwerk nodig is om werkenden in die sector te ondersteunen. De mensen die in de cultuursector werken zijn namelijk voor het overgrote deel zzp’er.
|
11. Compensatieregeling getroffen sectoren De gezondheidsmaatregelen van het kabinet hebben enorme consequenties voor de inkomsten in een aantal sectoren in het bijzonder. Zoals bijvoorbeeld de (verplichte) sluiting van eet- en drinkgelegenheden en annuleringen in de reisbranche. Deze inkomsten kunnen bovendien moeilijk worden ingehaald wanneer het coronavirus achter de rug is. Het kabinet komt daarom met een compensatieregeling met passende maatregelen voor bedrijven in de genoemde sectoren. Deze wordt nu uitgewerkt en met spoed voorgelegd aan de Europese Commissie voor de beoordeling op (geoorloofde) staatssteun.
|