Steeds meer militairen zoeken hun heil buiten Defensie. Naast de grote uitstroom heeft het ministerie van Defensie te kampen met tegenvallende resultaten van zijn wervingscampagnes. Volgens staatssecretaris De Vries kan dit "op de langere termijn de taakuitvoering in gevaar brengen". Jaarlijks heeft het ministerie van Defensie behoefte aan 6.000 tot 7.000 militairen. In 2007 bleef de instroom steken op bijna 4.800. Door de achterblijvende resultaten van de werving en de grote uitstroom is het militaire personeel in 2007 met 1.340 manschappen gekrompen. In een brief aan de Kamer beschrijft staatssecretaris De Vries welke plannen hij heeft om het aanwezige personeel zoveel mogelijk binnen de Defensie-poorten te houden. Als een contract met een militair afloopt, bekijkt Defensie of deze kan doorstromen naar een hogere functie of dat deze wordt geholpen aan een baan buiten de krijgsmacht. De Vries kondigt aan dat hij meer aandacht wil besteden aan de loopbaanbegeleiding voor militairen. In 2010 wil Defensie maar liefst 200 loopbaanbegeleiders hebben. Als randvoorwaarden voor de professionalisering van de begeleiding noemt De Vries een Elektronisch Portfolio, het Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) en de vastlegging van de Erkenning Verworven Competenties (EVC). De aandacht voor dit soort hulpmiddelen is mooi, maar in de brief aan de Kamer is niets te vinden over de motieven van de militairen. Weet Defensie wel waarom militairen afhaken die de krijgsmacht langer aan zich had willen binden? Of waarom jongeren - ondanks alle recruitmentinspanningen - liever voor een burger-loopbaan kiezen?
Steeds meer militairen zoeken hun heil buiten Defensie. Naast de grote uitstroom heeft het ministerie van Defensie te kampen met tegenvallende resultaten van zijn wervingscampagnes.
Volgens staatssecretaris De Vries kan dit "op de langere termijn de taakuitvoering in gevaar brengen".
Jaarlijks heeft het ministerie van Defensie behoefte aan 6.000 tot 7.000 militairen. In 2007 bleef de instroom steken op bijna 4.800. Door de achterblijvende resultaten van de werving en de grote uitstroom is het militaire personeel in 2007 met 1.340 manschappen gekrompen.
In een brief aan de Kamer beschrijft staatssecretaris De Vries welke plannen hij heeft om het aanwezige personeel zoveel mogelijk binnen de Defensie-poorten te houden.
Als een contract met een militair afloopt, bekijkt Defensie of deze kan doorstromen naar een hogere functie of dat deze wordt geholpen aan een baan buiten de krijgsmacht. De Vries kondigt aan dat hij meer aandacht wil besteden aan de loopbaanbegeleiding voor militairen. In 2010 wil Defensie maar liefst 200 loopbaanbegeleiders hebben.
Als randvoorwaarden voor de professionalisering van de begeleiding noemt De Vries een Elektronisch Portfolio, het Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) en de vastlegging van de Erkenning Verworven Competenties (EVC).
De aandacht voor dit soort hulpmiddelen is mooi, maar in de brief aan de Kamer is niets te vinden over de motieven van de militairen. Weet Defensie wel waarom militairen afhaken die de krijgsmacht langer aan zich had willen binden? Of waarom jongeren - ondanks alle recruitmentinspanningen - liever voor een burger-loopbaan kiezen?