Het is verboden voor kinderen om maaltijden te bezorgen, omdat dit geldt als gevaarlijk werk met risico’s die kinderen niet goed kunnen hanteren. Maar in grote steden fietsen jonge kinderen nu opnieuw door druk verkeer om binnen 15 minuten boodschappen te bezorgen. Daarom wordt het dit jaar òòk verboden voor kinderen tot 16 jaar om te werken als flitsbezorger. De minister denkt verder na over regels voor nieuwe vormen van kinderarbeid, zoals ‘influencen’ en vloggen. Daarbij is er ook aandacht aan jonge topsporters.
Minister Karien van Gennip (SZW): “Het is verboden voor kinderen om maaltijden te bezorgen en daar voeg ik een verbod op flitsbezorging aan toe. Het kan namelijk gevaarlijk zijn om onder tijdsdruk door het verkeer te navigeren op een (elektrische) fiets, om bijvoorbeeld boodschappen te bezorgen, en daarom verbied ik dit werk voor kinderen jonger dan 16 jaar. Kinderen mogen onder voorwaarden wat bijverdienen, maar dat moet natuurlijk wel veilig kunnen.” Dat schrijft minister Karien van Gennip aan de Tweede Kamer.
Kinderen mogen werken, maar onder strenge voorwaarden
Onder strikte voorwaarden kunnen kinderen van 13 tot 16 jaar arbeid verrichten. In de Arbeidstijdenwet staan regels waarmee de kinderarbeid gebonden is aan het soort werk en het aantal uren dat maximaal gewerkt mag worden. In de Nadere regeling kinderarbeid zijn de regels over kinderarbeid voor kinderen van 13 jaar en ouder verder uitgewerkt.
Voor artistiek werk kan voor kinderen tot 13 jaar een ontheffing worden aangevraagd bij de Nederlandse Arbeidsinspectie. De regeling beschermt kinderen tegen te lang of te zwaar werk.
Verruiming werktijden voor kinderen
Minister van Gennip gaat de tijden waarop kinderen op niet-schooldagen mogen werken aanpassen. Zij mogen straks ook van 19:00 tot 20:00 werken, op strikte voorwaarde dat de rusttijd hetzelfde blijft en dat de ouder/voogd toestemming geeft.
Het wordt ook mogelijk voor kinderen onder de 16 jaar om op zondag te werken, hiervoor gelden dezelfde voorwaarden. De minister maakt zich ook zorgen over kinderen die werken als ‘influencer’. Daarvoor wil zij ook regels opstellen, maar daar is meer tijd voor nodig.
Vloggen en influencen (en topsport): nieuwe vormen van kinderarbeid
Het spreekt voor zich dat het voor kinderen gevaarlijk kan zijn om op een (elektrische) fiets en onder tijdsdruk in het verkeer te moeten werken. Maar voor andere nieuwe vormen van kinderarbeid zijn de risico’s en de juridische aanduiding niet zo duidelijk.
Want jong ondernemerschap, zoals vloggen en influencen, is populair, maar kan ook risico’s voor de mentale gezondheid en schoolprestaties met zich meebrengen. Denk aan druk om steeds video’s te moeten maken voor volgers, altijd ‘aan staan’ en negatieve reacties online. Dat geldt ook voor jonge kinderen die figureren in de vlogs van ouders. Ook jonge topsporters kunnen onder druk staan om te presteren en ook daar is de grens tussen werk en vrijetijdsbesteding vaak dun en onduidelijk.
Wet sluit niet aan bij nieuwe vormen kinderarbeid
De wet- en regelgeving voor kinderarbeid sluit op dit moment onvoldoende aan bij deze nieuwe vormen van werk door kinderen. Uit onderzoek in opdracht van de minister, is gebleken dat er regels moeten komen voor jonge influencers en jonge ondernemers. Die regels moeten het duidelijker maken wanneer bijvoorbeeld het vloggen een hobby is en wanneer het werk is. Ook moeten ouders, kinderen en opdrachtgevers voldoende kennis hebben over de regels voor kinderarbeid en zich bewust zijn van mogelijke risico’s van kinderarbeid, zoals voor schoolprestaties.
Voor jonge topsporters, jonge ondernemers en jonge influencers is de huidige wet– en regelgeving minder duidelijk en niet toegesneden op deze nieuwe ontwikkelingen. Dit terwijl er reële risico’s zijn op fysieke en emotionele overbelasting. Bij deze activiteiten speelt de vraag waar de grens tussen hobby en werk ligt. Bij de modernisering van de regels voor kinderarbeid, blijft bescherming van het kind het uitgangspunt, waarbij de minister ook kijkt naar de positieve kanten van werk voor kinderen. In de eerste helft van 2024 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken.