Iedereen moet recht krijgen op een vast contract na een jaar werken bij een werkgever. Vakcentrale FNV wil dat de Tweede Kamer dat regelt om de positie van mensen met tijdelijke contracten te verbeteren.

In Nederland hebben nu ongeveer twee miljoen werknemers geen vaste baan. Ze werken als payroller, oproep- of uitzendkracht, of als tijdelijke kracht. In de wet staat nu dat werknemers na drie jaar werken of drie tijdelijke contracten recht hebben op een vast contract. Maar in de praktijk komt er van doorstroming naar een vast contract niet veel terecht, stelt de FNV.

De FNV-bonden willen daarom in cao’s extra aandacht besteden aan de positie van flexwerkers en op die manier ‘onzeker werk’ terugdringen. Volgens FNV-coördinator arbeidsvoorwaarden Catelene Passchier is ‘de hoeveelheid mensen die niet weten of ze morgen nog werk hebben en hun rekeningen kunnen betalen schrikbarend aan het toenemen’. De vakcentrale vindt dat de groeiende tweedeling tussen vast en flex gekeerd moet worden.

Heffing voor werkgever met veel flexwerkers
De vakcentrale wil dat bedrijven die veel tijdelijke werknemers inschakelen een heffing betalen via een hogere ww-premie. Dat is eerlijker, vindt de FNV, omdat iemand met een tijdelijke baan ook een groter risico loopt om werkloos te worden dan iemand met vast werk.

Door de ww-premie te verhogen voor werkgevers met flexwerkers worden deze risico’s straks doorberekend aan de werkgever volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Dit zorgt voor een financiële prikkel voor werkgevers om eerder een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden.

Dupe van payrollen
De FNV pleit ook voor het schrappen van constructies waarmee werkgevers risico’s afwentelen op de werknemer. Zoals de zogenaamde ‘overeenkomsten van opdracht’ voor laaggeschoold werk, of payrollen.

Passchier: ‘Werkgevers proberen hun verantwoordelijkheden over hun werknemers te ontlopen door gebruik te maken van payroll-bedrijven. Werknemers zijn echter de dupe hiervan. Zij ontvangen minder salaris, krijgen minder scholing, bouwen minder pensioen op en hebben nauwelijks ontslagbescherming. Wat ons betreft ben je of in dienst bij het inlenende bedrijf, of bij een uitzendbureau. Meer smaken zijn er niet.’