Opleidingsbeleid van organisaties was traditioneel gericht op de leerwensen van de individuele medewerkers. Nieuw is dat de wensen van medewerkers beter gecombineerd worden met de eisen die het bedrijf stelt.
Traditioneel was het opleidingsbeleid van organisaties gericht op de leerwensen van de individuele medewerkers. Medewerker en chef maakten afspraken in het functioneringsgesprek over de te volgen opleidingen. Nieuw is dat de wensen van medewerkers beter gecombineerd worden met de eisen die het bedrijf stelt. Een organisatie die competenties benoemd heeft, wil dat de opleidingen van medewerkers daar bij aansluiten. Een begrijpelijke ontwikkeling. Maar organisaties moeten er wel op letten dat medewerkers binnen het competentiekader hun eigen leerwensen kunnen formuleren. Want medewerkers dwingen deel te nemen aan een opleiding die niet aansluit bij hun leerbehoeften, staat gelijk aan geld weggooien.
Sinds 1 juli 2015 zijn werkgevers verplicht om werknemers voldoende scholing te bieden(scholingsplicht), zodat zij optimaal kunnen blijven functioneren. De Wet werk en zekerheid bepaalt verder dat werkgevers hun werknemers moeten bij- en omscholen wanneer hun functie vervalt. Doel is om daarmee het vervullen van een andere functie binnen de organisatie mogelijk te maken.
Inventarisatie opleidingsbehoeften
Om er achter te komen welke scholingsactiviteiten voor de organisatie noodzakelijk zijn, verdient het de aanbeveling om de opleidingsbehoeften in kaart te brengen. Daarbij staan de wensen van de organisatie en de medewerkers centraal. Om te bepalen welke opleidingsbehoeften in de organisatie bestaan, is het aan te bevelen om het opstellen van een opleidingsplan systematisch aan te pakken.
Opleidingsplan opstellen
In het opleidingsplan vertaalt u het organisatiebeleid naar concrete opleidingsactiviteiten. Daarvoor worden doelgroepen onderscheiden. Voor elke doelgroep geeft u aan welke opleidingen van toepassing zijn. Een Model opleidingsplan vindt u in Tools en Extra's.
E-learning
Veel bedrijven hebben inmiddels ervaring met verschillende vormen van E-learning. Het is een praktisch instrument, goed geschikt voor vaardigheidstrainingen en de introductie van (technische) innovaties. Maar het middel kent ook beperkingen. Zoals het gebrek aan groepsfeedback en face-to-face interactie.
De modules met de trainingen worden verspreid via intra- en internet. Cursisten kunnen de trainingen daarom overal volgen waar een internetaansluiting is (dus ook thuis, of in het buitenland). Verder kunnen cursisten online contact zoeken met elkaar of de docenten. Dit gaat bijvoorbeeld via chatsessies of netwerken. Het cursusmateriaal kan ieder moment geactualiseerd worden door dit te vernieuwen op een centraal punt. Het nieuwe materiaal is dan meteen beschikbaar voor alle cursisten. Door de interactiviteit krijgt de opleider directe feedback over het opleidingsmateriaal en de resultaten. Kortom, hoewel er ook beperkingen zijn, kent E-learning veel praktische, maar zeker ook didactische voordelen.
De voordelen van E-learning
Didactisch
Praktisch
E-learning is niet voor alle opleidingen geschikt. Bijvoorbeeld trainingen op houdingsaspecten en motivatietraingen. Daarbij is het wenselijk dat cursisten in groepen allerlei opdrachten uitvoeren, het groepsproces is dan tevens een leerdoel.
Zelf doen of uitbesteden
U staat steeds weer voor de keus: Gaat u een opleiding zelf organiseren, of kunt u dat beter uitbesteden? Als een training gericht is op zeer bedrijfsspecifieke vaardigheden (bijvoorbeeld het bedienen van unieke machines of het hanteren van bijzondere procedures) zal de keuze vaker vallen op zelf doen. Is de leervraag echter gericht op het doorbreken van (vastgeroeste) culturen of het introduceren van innovaties, dan zal een externe opleider beter passen.
Een overzicht van de voor- en nadelen van het uitbesteden of zelfdoen vindt u in Tools en extra's.
Als de keuze op een extern opleidingsinstituut valt, is het aan te bevelen om ten minste twee of drie offertes aan te vragen. Om deze onderling goed te kunnen vergelijken, moet niet alleen op de prijs worden gelet, maar juist op de kwaliteit. Opleiden is altijd duur, maar een slechte goedkopere opleiding is altijd zonde van het geld. Als de offertes bij u worden toegelicht, vraag dan altijd of de trainer meekomt die de opleiding ook voor u gaat uitvoeren. Eén van de belangrijkste voorwaarden voor een geslaagde training is of de trainer en organisatie bij elkaar passen.
Enkele vragen die u aan een extern opleidingsinstituut kunt stellen om te beoordelen of de cursus aan uw eisen voldoet:
Sommige opleidingsinstituten zijn aangesloten bij CEDEO. Deze instelling certificeert opleidingsinstituten, als zij aan minimumnormen voldoen. Alle cursussen en opleidingen worden op een zelfde manier geëvalueerd. De resultaten daarvan publiceert CEDEO in een jaargids. Zo kunt u zien wat anderen van de cursus/opleidingen en de trainers/het instituut vonden.
Dit artikel is ingekort. Een complete versie met alle genoemde instrumenten, vindt u in de HR Tools & Extra`s van Personeelsnet.